Sortir — traduction Français Néerlandais. Traduire Sortir en Néerlandais

sortir (v) (publication)	gepubliceerd worden (v) (publication)
sortir (v) (oeil)	uitpuilen (v) (oeil)
aient sorti aies sorti sors	uitgepuild puilen uit puilt uit puilden uit puilde uit
sortir (v) (foule)	opkomen (n) (v) (foule)
aient sorti aies sorti sors	opgekomen komen op komt op kwamen op kwam op
sortir (v) (cinéma - livres)	introduceren (v) (cinéma - livres)
aient sorti aies sorti sors	geïntroduceerd introduceren introduceert introduceerde introduceerden
sortir (v) (mouvement)	verlaten (n) (v) (mouvement)
aient sorti aies sorti sors	verlaat verlaat verlaten verlaatte verlaatten
sortir (v) (foule)	verschijnen (v) (foule)
aient sorti aies sorti sors	verschenen verschijnt verschijnen verschenen verscheen
sortir (v) (divertissement)	uitgaan (v) (divertissement)
aient sorti aies sorti sors	uitgegaan gaat uit gaan uit ging uit gingen uit
sortir (v) (publication)	uitkomen (v) (publication)
aient sorti aies sorti sors	uitgekomen komen uit komt uit kwam uit kwamen uit
sortir (v) (général)	naar buiten gaan (v) (général)
sortir (v) (publication)	opdraven (v) (publication)
aient sorti aies sorti sors	opgedraafd draven op draaft op draafde op draafden op
sortir (v) (foule)	opdraven (v) (foule)
aient sorti aies sorti sors	opgedraafd draven op draaft op draafde op draafden op
sortir (v) (médecine)	doorkomen (n) (v) (médecine)
aient sorti aies sorti sors	doorgekomen komt door komen door kwam door kwamen door
sortir (v) (mouvement)	naar buiten komen (v) (mouvement)
sortir (v) (foule)	uitkomen (v) (foule)
aient sorti aies sorti sors	uitgekomen komen uit komt uit kwam uit kwamen uit
sortir (v) (personne)	afspraakjes hebben (v) (personne)
sortir (v) (cinéma - livres)	uitbrengen (n) (v) (cinéma - livres)
aient sorti aies sorti sors	uitgebracht brengt uit brengen uit brachten uit bracht uit
sortir (v) (pistolet)	trekken (n) (v) (pistolet)
aient sorti aies sorti sors	getrokken trekken trekt trokken trok
sortir (v) (foule)	gepubliceerd worden (v) (foule)
sortir (v) (lancer)	uitbrengen (n) (v) (lancer)
aient sorti aies sorti sors	uitgebracht brengt uit brengen uit brachten uit bracht uit
sortir (v) (divertissement)	afspraakjes hebben (v) (divertissement)
sortir (v) (publication)	verschijnen (v) (publication)
aient sorti aies sorti sors	verschenen verschijnt verschijnen verschenen verscheen
sortir (v) (être en avant)	uitsteken (v) (être en avant)
aient sorti aies sorti sors	uitgestoken steken uit steekt uit staken uit stak uit
sortir (v) (lancer)	introduceren (v) (lancer)
aient sorti aies sorti sors	geïntroduceerd introduceren introduceert introduceerde introduceerden
sortir (v) (cinéma - livres)	presenteren (v) (cinéma - livres)
aient sorti aies sorti sors	gepresenteerd presenteert presenteren presenteerden presenteerde
sortir (v) (lieu)	naar buiten gaan (v) (lieu)
sortir (v) (publication)	opkomen (n) (v) (publication)
aient sorti aies sorti sors	opgekomen komen op komt op kwamen op kwam op
sortir (v) (lancer)	presenteren (v) (lancer)
aient sorti aies sorti sors	gepresenteerd presenteert presenteren presenteerden presenteerde
sortir (v) (personne)	uitgaan (v) (personne)
aient sorti aies sorti sors	uitgegaan gaat uit gaan uit ging uit gingen uit

Sortir exemples58 exemples trouvés

ne pas sortir du sujet	bij het onderwerp blijven
ne pas très bien s'en sortir avec	niet veel terechtbrengen van
faire ressortir	ontsluieren
faire ressortir	blootleggen
faire ressortir	ruchtbaar maken
faire ressortir	bekend maken
faire ressortir	bekendmaken
faire ressortir	onthullen
faire ressortir	openbaar maken
faire ressortir	uitbrengen
faire ressortir	openbaren
faire sortir du navire	debarkeren
faire sortir du navire	aan land zetten
faire sortir du navire	ontschepen
en sortir indemne	er ongedeerd afkomen
en sortir indemne	er zonder kleerscheuren afkomen
en sortir sain et sauf	er ongedeerd afkomen
en sortir sain et sauf	er zonder kleerscheuren afkomen
en sortir sans être puni	er ongestraft van afkomen
en sortir sans être puni	er ongestraft afkomen
faire sortir	presenteren
faire sortir	uitbrengen
faire sortir	introduceren
faire sortir	uitlaten
faire sortir	laten gaan
faire sortir	uitlaten
laisser sortir	uitlaten
laisser sortir	laten gaan
ne pas sortir	binnen blijven
s'en sortir	gereedkomen
s'en sortir	klaarkomen
s'en sortir	klaarkomen
s'en sortir	gereedkomen
s'en sortir	gereedkomen
s'en sortir	klaarkomen
s'en sortir	onderuit komen
sortir avec	een afspraakje hebben met
sortir avec	uitgaan met
sortir avec	omgaan met
sortir de	takelen uit
sortir de	halen uit
sortir de la tête	uit hun kassen puilen
sortir des rails	doen ontsporen
sortir des rails	derailleren
sortir des rails	ontsporen
sortir du sommeil	wakker worden
sortir du sommeil	ontwaken
sortir en coup de vent	stuiven uit
sortir en coup de vent	stormen uit
sortir en coup de vent	vliegen uit
sortir en jet	spuiten
sortir en jet	gutsen
sortir en trombe	stuiven uit
sortir en trombe	stormen uit
sortir en trombe	vliegen uit
sortir furtivement	buitensluipen
sortir furtivement	buitenglippen
sortir à flots	stromen uit

Traduire Sortir en d'autres langues

— Traduire sortir en Anglais

— Traduire sortir en Allemand

— Traduire sortir en Italien

— Traduire sortir en Espagnol

— Traduire sortir en Portugais

— Traduire sortir en Slovène

— Traduire sortir en Polonais

— Traduire sortir en Tchèque

Sortir — Français Néerlandais traduction28 traductions trouvé