vendre
(v)
(droit)
|
verkopen
(n)
(v)
(droit)
|
aient vendu
aies vendu
vends
|
verkocht
verkoopt
verkopen
verkocht
verkochten
|
vendre
(v)
(commerce)
|
de hele voorraad verkopen
(v)
(commerce)
|
vendre
(v)
(criminel)
|
uitleveren
(v)
(criminel)
|
aient vendu
aies vendu
vends
|
uitgeleverd
leveren uit
levert uit
leverde uit
leverden uit
|
vendre
(v)
(commerce)
|
verkopen
(n)
(v)
(commerce)
|
aient vendu
aies vendu
vends
|
verkocht
verkoopt
verkopen
verkocht
verkochten
|
vendre
(v)
(commerce)
|
uitverkopen
(v)
(commerce)
|
aient vendu
aies vendu
vends
|
uitverkocht
verkoopt uit
verkopen uit
verkocht uit
verkochten uit
|
vendre
(v)
(information)
|
verklikken
(v)
(information)
|
aient vendu
aies vendu
vends
|
verklikt
verklikken
verklikt
verklikte
verklikten
|
vendre
(v)
(criminel)
|
overleveren
(v)
(criminel)
|
aient vendu
aies vendu
vends
|
overgeleverd
leveren over
levert over
leverde over
leverden over
|