Tromperie — Français Néerlandais traduction54 traductions trouvé

tromperie (f) (n) (duplicité) leugenachtigheid (f) (n) (duplicité)
tromperie (f) (n) (crime) bedrog (n) (n) (crime)
tromperie (f) (n) (conduite) bedriegerij (f) (n) (conduite)
tromperie (f) (n) (crime) het vel afstropen (n) (n) (crime)
tromperie (f) (n) (supercherie) bedotterij (f) (n) (supercherie)
tromperie (f) (n) (malhonnêteté) het vel afstropen (n) (n) (malhonnêteté)
tromperie (f) (n) (général) zwendelarij (f) (n) (général)
tromperie (f) (n) (crime) om de tuin leiden (n) (n) (crime)
tromperie (f) (n) (duplicité) oneerlijkheid (f) (n) (duplicité)
tromperie (f) (n) (supercherie) afzetten (n) (n) (supercherie)
tromperie (f) (n) (conduite) onoprechtheid (f) (n) (conduite)
tromperie (f) (n) (crime) bedotterij (f) (n) (crime)
tromperie (f) (n) (supercherie) zwendelarij (f) (n) (supercherie)
tromperie (f) (n) (malhonnêteté) bedriegerij (f) (n) (malhonnêteté)
tromperie (f) (n) (supercherie) om de tuin leiden (n) (n) (supercherie)
tromperie (f) (n) (crime) afzetten (n) (n) (crime)
tromperie (f) (n) (malhonnêteté) zwendelarij (f) (n) (malhonnêteté)
tromperie (f) (n) (conduite) achterbaksheid (f) (n) (conduite)
tromperie (f) (n) (conduite) dubbelhartigheid (f) (n) (conduite)
tromperie (f) (n) (supercherie) banditisme (n) (n) (supercherie)
tromperie (f) (n) (malhonnêteté) afzetten (n) (n) (malhonnêteté)
tromperie (f) (n) (général) bedrog (n) (n) (général)
tromperie (f) (n) (crime) misleiding (f) (n) (crime)
tromperie (f) (n) (duplicité) onoprechtheid (f) (n) (duplicité)
tromperie (f) (n) (supercherie) afzetterij (f) (n) (supercherie)
tromperie (f) (n) (conduite) leugenachtigheid (f) (n) (conduite)
tromperie (f) (n) (crime) banditisme (n) (n) (crime)
tromperie (f) (n) (supercherie) bedrog (n) (n) (supercherie)
tromperie (f) (n) (malhonnêteté) bedotterij (f) (n) (malhonnêteté)
tromperie (f) (n) (conduite) listigheid (f) (n) (conduite)
tromperie (f) (n) (crime) afzetterij (f) (n) (crime)
tromperie (f) (n) (supercherie) oplichterij (f) (n) (supercherie)
tromperie (f) (n) (duplicité) valsheid (f) (n) (duplicité)
tromperie (f) (n) (conduite) valsheid (f) (n) (conduite)
tromperie (f) (n) (crime) oplichterij (f) (n) (crime)
tromperie (f) (n) (malhonnêteté) afzetterij (f) (n) (malhonnêteté)
tromperie (f) (n) (conduite) slinksheid (f) (n) (conduite)
tromperie (f) (n) (malhonnêteté) misleiding (f) (n) (malhonnêteté)
tromperie (f) (n) (duplicité) dubbelhartigheid (f) (n) (duplicité)
tromperie (f) (n) (crime) zwendelarij (f) (n) (crime)
tromperie (f) (n) (conduite) bedrog (n) (n) (conduite)
tromperie (f) (n) (malhonnêteté) oplichterij (f) (n) (malhonnêteté)
tromperie (f) (n) (supercherie) bedriegerij (f) (n) (supercherie)
tromperie (f) (n) (malhonnêteté) banditisme (n) (n) (malhonnêteté)
tromperie (f) (n) (général) oplichterij (f) (n) (général)
tromperie (f) (n) (supercherie) misleiding (f) (n) (supercherie)
tromperie (f) (n) (malhonnêteté) bedrog (n) (n) (malhonnêteté)
tromperie (f) (n) (duplicité) achterbaksheid (f) (n) (duplicité)
tromperie (f) (n) (conduite) oneerlijkheid (f) (n) (conduite)
tromperie (f) (n) (supercherie) het vel afstropen (n) (n) (supercherie)
tromperie (f) (n) (crime) bedriegerij (f) (n) (crime)
tromperie (f) (n) (conduite) om de tuin leiden (n) (n) (conduite)
tromperie (f) (n) (conduite) misleiding (f) (n) (conduite)
tromperie (f) (n) (malhonnêteté) om de tuin leiden (n) (n) (malhonnêteté)
Traduire Tromperie en d'autres langues
Traduire tromperie en Anglais
Traduire tromperie en Allemand
Traduire tromperie en Italien
Traduire tromperie en Espagnol
Traduire tromperie en Portugais
Traduire tromperie en Slovène
Traduire tromperie en Polonais
Traduire tromperie en Tchèque