Traiter — Français Néerlandais traduction42 traductions trouvé

traiter (v) (problème) behandelen (v) (problème)
traiter (v) (gens) omgaan met (v) (gens)
traiter (v) (technique) bewerken (n) (v) (technique)
traiter (v) (conduite) bejegenen (v) (conduite)
traiter (v) (gens) bejegenen (v) (gens)
traiter (v) (traitement de l'information) verwerken (v) (traitement de l'information)
traiter (v) (conduite) bewerken (n) (v) (conduite)
traiter (v) (nourriture) behandelen (v) (nourriture)
traiter (v) (nourriture) bewerken (n) (v) (nourriture)
traiter (v) (problème) beredeneren (v) (problème)
traiter (v) (problème) doorpraten (v) (problème)
traiter (v) (commerce) verrichten (v) (commerce)
traiter (v) (nourriture) omgaan met (v) (nourriture)
traiter (v) (objets) bewerken (n) (v) (objets)
traiter (v) (sujet) bewerken (n) (v) (sujet)
traiter (v) (sujet) behandelen (v) (sujet)
traiter (v) (nourriture) bejegenen (v) (nourriture)
traiter (v) (nourriture) inblikken (n) (v) (nourriture)
traiter (v) (sujet) bejegenen (v) (sujet)
traiter (v) (technique) behandelen (v) (technique)
traiter (v) (gens) bewerken (n) (v) (gens)
traiter (v) (problème) bespreken (v) (problème)
traiter (v) (problème) discussiëren over (v) (problème)
traiter (v) (sujet) bespreken (v) (sujet)
traiter (v) (sujet) omgaan met (v) (sujet)
traiter (v) (technique) omgaan met (v) (technique)
traiter (v) (conduite) omgaan met (v) (conduite)
traiter (v) (objets) behandelen (v) (objets)
traiter (v) (technique) bejegenen (v) (technique)
traiter (v) (sujet) doorpraten (v) (sujet)
traiter (v) (sujet) praten over (v) (sujet)
traiter (v) (médecine) behandelen (v) (médecine)
traiter (v) (médecine) bewerken (n) (v) (médecine)
traiter (v) (problème) praten over (v) (problème)
traiter (v) (objets) bejegenen (v) (objets)
traiter (v) (sujet) beredeneren (v) (sujet)
traiter (v) (conduite) behandelen (v) (conduite)
traiter (v) (objets) omgaan met (v) (objets)
traiter (v) (médecine) omgaan met (v) (médecine)
traiter (v) (gens) behandelen (v) (gens)
traiter (v) (médecine) bejegenen (v) (médecine)
traiter (v) (sujet) discussiëren over (v) (sujet)
Traiter exemples25 exemples trouvés
sous-traiter uitbesteden
traiter au fluor fluorideren
traiter avec condescendance neerzien op
traiter avec condescendance uit de hoogte doen tegen
traiter avec condescendance neerkijken op
traiter avec condescendance hooghartig doen tegenover
traiter avec condescendance minachtend doen tegen
traiter avec condescendance uit de hoogte behandelen
traiter avec dédain geringschatten
traiter avec dédain minachten
traiter de uitweiden over
traiter de uitvoerig spreken over
traiter différemment een onderscheid maken tussen
traiter différemment een verschil maken tussen
traiter différemment verschillend behandelen
traiter quelqu'un comme s'il n'était pas là doen alsof iemand niet bestaat
traiter quelqu'un comme s'il n'était pas là iemand totaal negeren
traiter sans respect schenden
traiter sans respect profaneren
traiter sans respect ontwijden
traiter à la légère niet serieus nemen
traiter à la légère achteloos behandelen
traiter à la légère doen alsof het weinig voorstelt
traiter à la légère niet zwaar tillen aan
traiter à la légère geringschatten
Traduire Traiter en d'autres langues
Traduire traiter en Anglais
Traduire traiter en Allemand
Traduire traiter en Italien
Traduire traiter en Espagnol
Traduire traiter en Portugais
Traduire traiter en Slovène
Traduire traiter en Polonais
Traduire traiter en Tchèque