Toucher — traduction Français Néerlandais. Traduire Toucher en Néerlandais

toucher (m) (n) (perception sensorielle)	aanraking (f) (n) (perception sensorielle)
toucher (m) (v) (sentiments)	een indruk maken op (v) (sentiments)
toucher (m) (v) (distance)	aanraken (v) (distance)
aient touché aies touché touche	aangeraakt raakt aan raken aan raakte aan raakten aan
toucher (m) (v) (sentiments)	ontroeren (v) (sentiments)
aient touché aies touché touche	ontroerd ontroert ontroeren ontroerden ontroerde
toucher (m) (v) (sensation physique)	van belang zijn voor (v) (sensation physique)
toucher (m) (v) (sentiments)	ontzetten (v) (sentiments)
aient touché aies touché touche	ontzet ontzet ontzetten ontzette ontzetten
toucher (m) (v) (concerner)	voelen (v) (concerner)
aient touché aies touché touche	gevoeld voelen voelt voelden voelde
toucher (m) (v) (émotion)	een indruk maken op (v) (émotion)
toucher (m) (v) (personne)	bereiken (n) (v) (personne)
aient touché aies touché touche	bereikt bereikt bereiken bereikten bereikte
toucher (m) (v) (thème)	aanroeren (v) (thème)
aient touché aies touché touche	aangeroerd roeren aan roert aan roerde aan roerden aan
toucher (m) (v) (argent)	trekken (n) (v) (argent)
aient touché aies touché touche	getrokken trekken trekt trokken trok
toucher (m) (v) (émotion)	aangrijpen (v) (émotion)
aient touché aies touché touche	aangegrepen grijpen aan grijpt aan grepen aan greep aan
toucher (m) (v) (sensation physique)	voelen (v) (sensation physique)
aient touché aies touché touche	gevoeld voelen voelt voelden voelde
toucher (m) (v) (opérations de banque)	incasseren (v) (opérations de banque)
aient touché aies touché touche	geïncasseerd incasseren incasseert incasseerden incasseerde
toucher (m) (v) (distance)	aangaan (v) (distance)
aient touché aies touché touche	aangegaan gaan aan gaat aan gingen aan ging aan
toucher (m) (v) (sentiments)	schokken (n) (v) (sentiments)
aient touché aies touché touche	geschokt schokken schokt schokte schokten
toucher (m) (v) (articles exposés)	aanbelangen (v) (articles exposés)
aient touché aies touché touche	aanbelangd belangen aan belangden aan
toucher (m) (v) (fusil)	raken (v) (fusil)
aient touché aies touché touche	geraakt raken raakt raakte raakten
toucher (m) (v) (sentiments)	treffen (n) (v) (sentiments)
aient touché aies touché touche	getroffen treffen treft trof troffen
toucher (m) (v) (opérations de banque)	verzilveren (v) (opérations de banque)
aient touché aies touché touche	verzilverd verzilveren verzilvert verzilverde verzilverden
toucher (m) (v) (sensation physique)	aanraken (v) (sensation physique)
aient touché aies touché touche	aangeraakt raakt aan raken aan raakte aan raakten aan
toucher (m) (v) (sentiments)	aangrijpen (v) (sentiments)
aient touché aies touché touche	aangegrepen grijpen aan grijpt aan grepen aan greep aan
toucher (m) (v) (sensation physique)	aanbelangen (v) (sensation physique)
aient touché aies touché touche	aanbelangd belangen aan belangden aan
toucher (m) (v) (émotion)	bewegen (v) (émotion)
aient touché aies touché touche	bewogen bewegen beweegt bewogen bewoog
toucher (m) (v) (articles exposés)	raken (v) (articles exposés)
aient touché aies touché touche	geraakt raken raakt raakte raakten
toucher (m) (v) (fusil)	schieten (n) (v) (fusil)
aient touché aies touché touche	geschoten schiet schieten schoten schoot
toucher (m) (v) (sentiments)	ontredderen (v) (sentiments)
aient touché aies touché touche	ontredderd ontredderen ontreddert ontredderde ontredderden
toucher (m) (v) (concerner)	van belang zijn voor (v) (concerner)
toucher (m) (v) (sentiments)	raken (v) (sentiments)
aient touché aies touché touche	geraakt raken raakt raakte raakten
toucher (m) (v) (émotion)	aandoen (v) (émotion)
aient touché aies touché touche	aangedaan doen aan doet aan deed aan deden aan
toucher (m) (v) (concerner)	aanraken (v) (concerner)
aient touché aies touché touche	aangeraakt raakt aan raken aan raakte aan raakten aan
toucher (m) (v) (opérations de banque)	inwisselen (v) (opérations de banque)
aient touché aies touché touche	ingewisseld wisselt in wisselen in wisselde in wisselden in
toucher (m) (v) (distance)	van belang zijn voor (v) (distance)
toucher (m) (v) (sentiments)	shockeren (v) (sentiments)
aient touché aies touché touche	geshockeerd shockeren shockeert shockeerden shockeerde
toucher (m) (v) (distance)	raken (v) (distance)
aient touché aies touché touche	geraakt raken raakt raakte raakten
toucher (m) (v) (objet)	pakken (v) (objet)
aient touché aies touché touche	gepakt pakt pakken pakten pakte
toucher (m) (v) (émotion)	raken (v) (émotion)
aient touché aies touché touche	geraakt raken raakt raakte raakten
toucher (m) (v) (opérations de banque)	uitbetalen (v) (opérations de banque)
aient touché aies touché touche	uitbetaald betaalt uit betalen uit betaalden uit betaalde uit
toucher (m) (v) (articles exposés)	aanraken (v) (articles exposés)
aient touché aies touché touche	aangeraakt raakt aan raken aan raakte aan raakten aan
toucher (m) (v) (opérations de banque)	omwisselen in contanten (v) (opérations de banque)
toucher (m) (v) (sensation physique)	aangaan (v) (sensation physique)
aient touché aies touché touche	aangegaan gaan aan gaat aan gingen aan ging aan
toucher (m) (v) (émotion)	treffen (n) (v) (émotion)
aient touché aies touché touche	getroffen treffen treft trof troffen
toucher (m) (v) (articles exposés)	aangaan (v) (articles exposés)
aient touché aies touché touche	aangegaan gaan aan gaat aan gingen aan ging aan
toucher (m) (v) (sentiments)	verbijsteren (v) (sentiments)
aient touché aies touché touche	verbijsterd verbijsteren verbijstert verbijsterde verbijsterden
toucher (m) (v) (concerner)	aangaan (v) (concerner)
aient touché aies touché touche	aangegaan gaan aan gaat aan gingen aan ging aan
toucher (m) (v) (personne)	in contact treden met (v) (personne)
toucher (m) (v) (émotion)	ontroeren (v) (émotion)
aient touché aies touché touche	ontroerd ontroert ontroeren ontroerden ontroerde
toucher (m) (v) (articles exposés)	voelen (v) (articles exposés)
aient touché aies touché touche	gevoeld voelen voelt voelden voelde
toucher (m) (v) (opérations de banque)	innen (v) (opérations de banque)
aient touché aies touché touche	geïnd innen int inde inden
toucher (m) (v) (distance)	aanbelangen (v) (distance)
aient touché aies touché touche	aanbelangd belangen aan belangden aan
toucher (m) (v) (sentiments)	ontstellen (v) (sentiments)
aient touché aies touché touche	ontsteld ontstelt ontstellen ontstelden ontstelde
toucher (m) (v) (sensation physique)	raken (v) (sensation physique)
aient touché aies touché touche	geraakt raken raakt raakte raakten
toucher (m) (v) (objet)	komen bij (v) (objet)
toucher (m) (v) (sentiments)	aandoen (v) (sentiments)
aient touché aies touché touche	aangedaan doen aan doet aan deed aan deden aan
toucher (m) (v) (concerner)	aanbelangen (v) (concerner)
aient touché aies touché touche	aanbelangd belangen aan belangden aan
toucher (m) (v) (opérations de banque)	accepteren (v) (opérations de banque)
aient touché aies touché touche	geaccepteerd accepteert accepteren accepteerde accepteerden
toucher (m) (v) (distance)	voelen (v) (distance)
aient touché aies touché touche	gevoeld voelen voelt voelden voelde
toucher (m) (v) (opérations de banque)	honoreren (v) (opérations de banque)
aient touché aies touché touche	gehonoreerd honoreren honoreert honoreerde honoreerden
toucher (m) (v) (articles exposés)	van belang zijn voor (v) (articles exposés)
toucher (m) (v) (salaire)	verdienen (v) (salaire)
aient touché aies touché touche	verdiend verdient verdienen verdiende verdienden
toucher (m) (v) (concerner)	raken (v) (concerner)
aient touché aies touché touche	geraakt raken raakt raakte raakten
toucher (m) (v) (fusil)	treffen (n) (v) (fusil)
aient touché aies touché touche	getroffen treffen treft trof troffen
toucher (m) (v) (sentiments)	bewegen (v) (sentiments)
aient touché aies touché touche	bewogen bewegen beweegt bewogen bewoog

Toucher exemples12 exemples trouvés

ne pas toucher à	afblijven
ne pas toucher à	niet aanraken
ne pas toucher à	niet aankomen
toucher à	naar voren brengen
toucher à	ter sprake brengen
toucher à	aansnijden
toucher à	aanraken
toucher à	palen aan
toucher à	grenzen aan
toucher à ... sans permission	rotzooien met
toucher à ... sans permission	rommelen met
toucher à ... sans permission	knoeien met

Traduire Toucher en d'autres langues

— Traduire toucher en Anglais

— Traduire toucher en Allemand

— Traduire toucher en Italien

— Traduire toucher en Espagnol

— Traduire toucher en Portugais

— Traduire toucher en Slovène

— Traduire toucher en Polonais

— Traduire toucher en Tchèque

Toucher — Français Néerlandais traduction63 traductions trouvé