Simplifier — Français Néerlandais traduction15 traductions trouvé

simplifier (v) (faciliter) vergemakkelijken (v) (faciliter)
simplifier (v) (général) vereenvoudigen (v) (général)
simplifier (v) (général) makkelijker maken (v) (général)
simplifier (v) (explication) vereenvoudigen (v) (explication)
simplifier (v) (faciliter) makkelijker maken (v) (faciliter)
simplifier (v) (explication) makkelijker maken (v) (explication)
simplifier (v) (général) eenvoudig voorstellen (v) (général)
simplifier (v) (faciliter) eenvoudig voorstellen (v) (faciliter)
simplifier (v) (explication) eenvoudig voorstellen (v) (explication)
simplifier (v) (explication) vergemakkelijken (v) (explication)
simplifier (v) (faciliter) vereenvoudigen (v) (faciliter)
simplifier (v) (explication) simplificeren (v) (explication)
simplifier (v) (général) simplificeren (v) (général)
simplifier (v) (général) vergemakkelijken (v) (général)
simplifier (v) (faciliter) simplificeren (v) (faciliter)
Simplifier exemples2 exemples trouvés
trop simplifier oversimplificeren
trop simplifier te zeer vereenvoudigen
Traduire Simplifier en d'autres langues
Traduire simplifier en Anglais
Traduire simplifier en Allemand
Traduire simplifier en Italien
Traduire simplifier en Espagnol
Traduire simplifier en Portugais
Traduire simplifier en Slovène
Traduire simplifier en Polonais
Traduire simplifier en Tchèque