signaler (v) (signe) | duiden op (v) (signe) |
signaler (v) (attention) | attenderen op (v) (attention) |
signaler (v) (critique) | wijzen naar (v) (critique) |
signaler (v) (crime) | rapporteren (n) (v) (crime) |
signaler (v) (signe) | een aanwijzing zijn voor (v) (signe) |
signaler (v) (direction) | duiden op (v) (direction) |
signaler (v) (direction) | aanmerken (v) (direction) |
signaler (v) (critique) | opmerken (v) (critique) |
signaler (v) (signe) | een indicatie zijn voor (v) (signe) |
signaler (v) (attention) | aandacht vestigen op (v) (attention) |
signaler (v) (avertissement) | signaleren (v) (avertissement) |
signaler (v) (direction) | een aanwijzing zijn voor (v) (direction) |
signaler (v) (signe) | suggereren (v) (signe) |
signaler (v) (attention) | wijzen op (v) (attention) |
signaler (v) (signe) | wijzen naar (v) (signe) |
signaler (v) (direction) | opmerken (v) (direction) |
signaler (v) (crime) | melden (v) (crime) |
signaler (v) (direction) | suggereren (v) (direction) |
signaler (v) (attention) | attent maken op (v) (attention) |
signaler (v) (direction) | een teken zijn voor (v) (direction) |
signaler (v) (critique) | aanmerken (v) (critique) |
signaler (v) (signe) | een teken zijn voor (v) (signe) |
signaler (v) (direction) | wijzen naar (v) (direction) |
signaler (v) (critique) | duiden op (v) (critique) |
signaler (v) (signe) | wijzen op (v) (signe) |
signaler (v) (direction) | wijzen op (v) (direction) |
signaler (v) (direction) | een indicatie zijn voor (v) (direction) |
signaler (v) (avertissement) | een teken geven (v) (avertissement) |
signaler (v) (attention) | opmerkzaam maken op (v) (attention) |