Salir — traduction Français Néerlandais. Traduire Salir en Néerlandais

salir (v) (terre)	bezoedelen (v) (terre)
aient sali aies sali salis	bezoedeld bezoedelt bezoedelen bezoedelden bezoedelde
salir (v) (réputation)	vlekken (v) (réputation)
aient sali aies sali salis	gevlekt vlekt vlekken vlekten vlekte
salir (v) (souiller)	belasteren (v) (souiller)
aient sali aies sali salis	belasterd belastert belasteren belasterden belasterde
salir (v) (personne)	besmeuren (n) (v) (personne)
aient sali aies sali salis	besmeurd besmeurt besmeuren besmeurde besmeurden
salir (v) (personne)	zwartmaken (v) (personne)
aient sali aies sali salis	zwartgemaakt maakt zwart maken zwart maakten zwart maakte zwart
salir (v) (terre)	vlekken (v) (terre)
aient sali aies sali salis	gevlekt vlekt vlekken vlekten vlekte
salir (v) (souiller)	bezwalken (v) (souiller)
aient sali aies sali salis	bezwalkt bezwalkt bezwalken bezwalkte bezwalkten
salir (v) (personne)	aantasten (v) (personne)
aient sali aies sali salis	aangetast tasten aan tast aan tastten aan tastte aan
salir (v) (terre)	aantasten (v) (terre)
aient sali aies sali salis	aangetast tasten aan tast aan tastten aan tastte aan
salir (v) (réputation)	bederven (v) (réputation)
aient sali aies sali salis	bedorven bederft bederven bedierven bedierf
salir (v) (souiller)	vies maken (v) (souiller)
salir (v) (réputation)	bezoedelen (v) (réputation)
aient sali aies sali salis	bezoedeld bezoedelt bezoedelen bezoedelden bezoedelde
salir (v) (réputation)	besmeuren (n) (v) (réputation)
aient sali aies sali salis	besmeurd besmeurt besmeuren besmeurde besmeurden
salir (v) (personne)	bederven (v) (personne)
aient sali aies sali salis	bedorven bederft bederven bedierven bedierf
salir (v) (terre)	bederven (v) (terre)
aient sali aies sali salis	bedorven bederft bederven bedierven bedierf
salir (v) (terre)	bevlekken (n) (v) (terre)
aient sali aies sali salis	bevlekt bevlekken bevlekt bevlekte bevlekten
salir (v) (souiller)	zwartmaken (v) (souiller)
aient sali aies sali salis	zwartgemaakt maakt zwart maken zwart maakten zwart maakte zwart
salir (v) (personne)	besmeren (v) (personne)
aient sali aies sali salis	besmeerd besmeert besmeren besmeerde besmeerden
salir (v) (personne)	belasteren (v) (personne)
aient sali aies sali salis	belasterd belastert belasteren belasterden belasterde
salir (v) (terre)	besmeren (v) (terre)
aient sali aies sali salis	besmeerd besmeert besmeren besmeerde besmeerden
salir (v) (souiller)	bederven (v) (souiller)
aient sali aies sali salis	bedorven bederft bederven bedierven bedierf
salir (v) (réputation)	zwartmaken (v) (réputation)
aient sali aies sali salis	zwartgemaakt maakt zwart maken zwart maakten zwart maakte zwart
salir (v) (terre)	belasteren (v) (terre)
aient sali aies sali salis	belasterd belastert belasteren belasterden belasterde
salir (v) (réputation)	aantasten (v) (réputation)
aient sali aies sali salis	aangetast tasten aan tast aan tastten aan tastte aan
salir (v) (personne)	vies maken (v) (personne)
salir (v) (terre)	besmeuren (n) (v) (terre)
aient sali aies sali salis	besmeurd besmeurt besmeuren besmeurde besmeurden
salir (v) (souiller)	besmeuren (n) (v) (souiller)
aient sali aies sali salis	besmeurd besmeurt besmeuren besmeurde besmeurden
salir (v) (personne)	bezwalken (v) (personne)
aient sali aies sali salis	bezwalkt bezwalkt bezwalken bezwalkte bezwalkten
salir (v) (personne)	bevuilen (v) (personne)
aient sali aies sali salis	bevuild bevuilen bevuilt bevuilde bevuilden
salir (v) (terre)	vlekken maken (v) (terre)
salir (v) (personne)	bekladden (n) (v) (personne)
aient sali aies sali salis	beklad bekladden bekladt bekladden bekladde
salir (v) (souiller)	bevuilen (v) (souiller)
aient sali aies sali salis	bevuild bevuilen bevuilt bevuilde bevuilden
salir (v) (réputation)	belasteren (v) (réputation)
aient sali aies sali salis	belasterd belastert belasteren belasterden belasterde
salir (v) (souiller)	aantasten (v) (souiller)
aient sali aies sali salis	aangetast tasten aan tast aan tastten aan tastte aan
salir (v) (réputation)	bezwalken (v) (réputation)
aient sali aies sali salis	bezwalkt bezwalkt bezwalken bezwalkte bezwalkten
salir (v) (terre)	bekladden (n) (v) (terre)
aient sali aies sali salis	beklad bekladden bekladt bekladden bekladde
salir (v) (réputation)	vlekken maken (v) (réputation)
salir (v) (terre)	vies maken (v) (terre)
salir (v) (terre)	bevuilen (v) (terre)
aient sali aies sali salis	bevuild bevuilen bevuilt bevuilde bevuilden
salir (v) (souiller)	bezoedelen (v) (souiller)
aient sali aies sali salis	bezoedeld bezoedelt bezoedelen bezoedelden bezoedelde
salir (v) (réputation)	vies maken (v) (réputation)
salir (v) (terre)	zwartmaken (v) (terre)
aient sali aies sali salis	zwartgemaakt maakt zwart maken zwart maakten zwart maakte zwart
salir (v) (réputation)	bevlekken (n) (v) (réputation)
aient sali aies sali salis	bevlekt bevlekken bevlekt bevlekte bevlekten
salir (v) (personne)	bezoedelen (v) (personne)
aient sali aies sali salis	bezoedeld bezoedelt bezoedelen bezoedelden bezoedelde
salir (v) (souiller)	bekladden (n) (v) (souiller)
aient sali aies sali salis	beklad bekladden bekladt bekladden bekladde
salir (v) (réputation)	bekladden (n) (v) (réputation)
aient sali aies sali salis	beklad bekladden bekladt bekladden bekladde
salir (v) (réputation)	bevuilen (v) (réputation)
aient sali aies sali salis	bevuild bevuilen bevuilt bevuilde bevuilden
salir (v) (terre)	bezwalken (v) (terre)
aient sali aies sali salis	bezwalkt bezwalkt bezwalken bezwalkte bezwalkten

Traduire Salir en d'autres langues

— Traduire salir en Anglais

— Traduire salir en Allemand

— Traduire salir en Italien

— Traduire salir en Espagnol

— Traduire salir en Portugais

— Traduire salir en Slovène

— Traduire salir en Polonais

— Traduire salir en Tchèque

Salir — Français Néerlandais traduction48 traductions trouvé