Rester — traduction Français Néerlandais. Traduire Rester en Néerlandais

rester (v) (personne)	overschieten (v) (personne)
soient restés sois resté reste	overgeschoten schiet over schieten over schoot over schoten over
rester (v) (lieu)	resteren (v) (lieu)
soient restés sois resté reste	geresteerd resteert resteren resteerden resteerde
rester (v) (général)	overschieten (v) (général)
soient restés sois resté reste	overgeschoten schiet over schieten over schoot over schoten over
rester (v) (général)	blijven (v) (général)
soient restés sois resté reste	gebleven blijft blijven bleven bleef
rester (v) (temps)	overblijven (v) (temps)
soient restés sois resté reste	overgebleven blijven over blijft over bleven over bleef over
rester (v) (personne)	resteren (v) (personne)
soient restés sois resté reste	geresteerd resteert resteren resteerden resteerde
rester (v) (durée)	resteren (v) (durée)
soient restés sois resté reste	geresteerd resteert resteren resteerden resteerde
rester (v) (temps)	blijven (v) (temps)
soient restés sois resté reste	gebleven blijft blijven bleven bleef
rester (v) (quantité)	overschieten (v) (quantité)
soient restés sois resté reste	overgeschoten schiet over schieten over schoot over schoten over
rester (v) (quantité)	overhouden (v) (quantité)
soient restés sois resté reste	overgehouden houden over houdt over hield over hielden over
rester (v) (lieu)	resten (v) (lieu)
soient restés sois resté reste	gerest resten restten
rester (v) (général)	overblijven (v) (général)
soient restés sois resté reste	overgebleven blijven over blijft over bleven over bleef over
rester (v) (quantité)	blijven (v) (quantité)
soient restés sois resté reste	gebleven blijft blijven bleven bleef
rester (v) (quantité)	resteren (v) (quantité)
soient restés sois resté reste	geresteerd resteert resteren resteerden resteerde
rester (v) (personne)	resten (v) (personne)
soient restés sois resté reste	gerest resten restten
rester (v) (durée)	overblijven (v) (durée)
soient restés sois resté reste	overgebleven blijven over blijft over bleven over bleef over
rester (v) (général)	resten (v) (général)
soient restés sois resté reste	gerest resten restten
rester (v) (temps)	resteren (v) (temps)
soient restés sois resté reste	geresteerd resteert resteren resteerden resteerde
rester (v) (quantité)	overhebben (v) (quantité)
soient restés sois resté reste	overgehad hebben over hebt over had over hadden over
rester (v) (lieu)	overblijven (v) (lieu)
soient restés sois resté reste	overgebleven blijven over blijft over bleven over bleef over
rester (v) (général)	resteren (v) (général)
soient restés sois resté reste	geresteerd resteert resteren resteerden resteerde
rester (v) (lieu)	blijven (v) (lieu)
soient restés sois resté reste	gebleven blijft blijven bleven bleef
rester (v) (quantité)	resten (v) (quantité)
soient restés sois resté reste	gerest resten restten
rester (v) (personne)	overblijven (v) (personne)
soient restés sois resté reste	overgebleven blijven over blijft over bleven over bleef over
rester (v) (durée)	overschieten (v) (durée)
soient restés sois resté reste	overgeschoten schiet over schieten over schoot over schoten over
rester (v) (durée)	resten (v) (durée)
soient restés sois resté reste	gerest resten restten
rester (v) (temps)	resten (v) (temps)
soient restés sois resté reste	gerest resten restten
rester (v) (temps)	overschieten (v) (temps)
soient restés sois resté reste	overgeschoten schiet over schieten over schoot over schoten over
rester (v) (lieu)	overschieten (v) (lieu)
soient restés sois resté reste	overgeschoten schiet over schieten over schoot over schoten over
rester (v) (durée)	blijven (v) (durée)
soient restés sois resté reste	gebleven blijft blijven bleven bleef
rester (v) (quantité)	overblijven (v) (quantité)
soient restés sois resté reste	overgebleven blijven over blijft over bleven over bleef over

Rester exemples47 exemples trouvés

en rester coi	sprakeloos zijn van verbazing
en rester coi	sprakeloos zijn
en rester coi	stomverbaasd zijn
en rester coi	verstomd staan van verbazing
en rester coi	verstomd staan
en rester là	het daar bij laten
rester abasourdi	van zijn stuk gebracht
rester au large	op korte afstand van de kust blijven
rester bouche bée	staan gapen
rester bouche bée	gapen
rester debout	wakker blijven
rester debout	waken
rester debout	opblijven
rester en arrière	achterop raken
rester en arrière	achtergelaten worden
rester en arrière	achterop raken
rester en arrière	achterblijven
rester en arrière	achtergelaten worden
rester en arrière	achterblijven
rester en ligne	even wachten
rester en ligne	aan de lijn blijven
rester en place	op zijn plaats blijven
rester en suspens	uitgesteld worden
rester en suspens	wachten
rester fidèle à	vasthouden aan
rester fidèle à	trouw blijven
rester fidèle à	blijven steunen
rester fidèle à	trouw blijven aan
rester fidèle à	vasthouden aan
rester fidèle à	blijven bij
rester fidèle à	trouw blijven aan
rester fidèle à	blijven bij
rester immobile	stil blijven liggen
rester impassible	dapper zijn
rester impassible	zich flink houden
rester stupéfait	van zijn stuk gebracht
rester sur le c ur	dwarszitten
rester sur le c ur	steken
rester sur le c ur	knagen
rester tranquille	zich stilhouden
rester unis	samenblijven
rester unis	bij elkaar blijven
rester à la maison	binnen blijven
rester éveillé	wakker blijven
rester éveillé	waken
rester éveillé	opblijven
rester pour la nuit	de nacht doorbrengen

Traduire Rester en d'autres langues

— Traduire rester en Anglais

— Traduire rester en Allemand

— Traduire rester en Italien

— Traduire rester en Espagnol

— Traduire rester en Portugais

— Traduire rester en Slovène

— Traduire rester en Polonais

— Traduire rester en Tchèque

Rester — Français Néerlandais traduction31 de traduction