repousser
(v)
(insectes)
|
terugdrijven
(v)
(insectes)
|
aient repoussé
aies repoussé
repousse
|
teruggedreven
drijven terug
drijft terug
dreven terug
dreef terug
|
repousser
(v)
(accusation)
|
ontkennen
(v)
(accusation)
|
aient repoussé
aies repoussé
repousse
|
ontkend
ontkent
ontkennen
ontkende
ontkenden
|
repousser
(v)
(général)
|
afwijzen
(v)
(général)
|
aient repoussé
aies repoussé
repousse
|
afgewezen
wijzen af
wijst af
wezen af
wees af
|
repousser
(v)
(résister à)
|
tegenstand bieden
(v)
(résister à)
|
repousser
(v)
(accusation)
|
verwerpen
(v)
(accusation)
|
aient repoussé
aies repoussé
repousse
|
verworpen
verwerpt
verwerpen
verwierpen
verwierp
|
repousser
(v)
(ennemi)
|
terugdrijven
(v)
(ennemi)
|
aient repoussé
aies repoussé
repousse
|
teruggedreven
drijven terug
drijft terug
dreven terug
dreef terug
|
repousser
(v)
(offre)
|
afwijzen
(v)
(offre)
|
aient repoussé
aies repoussé
repousse
|
afgewezen
wijzen af
wijst af
wezen af
wees af
|
repousser
(v)
(proposition)
|
versmaden
(v)
(proposition)
|
aient repoussé
aies repoussé
repousse
|
versmaad
versmaadt
versmaden
versmaadden
versmaadde
|
repousser
(v)
(offre)
|
ontkennen
(v)
(offre)
|
aient repoussé
aies repoussé
repousse
|
ontkend
ontkent
ontkennen
ontkende
ontkenden
|
repousser
(v)
(ennemi)
|
afweren
(v)
(ennemi)
|
aient repoussé
aies repoussé
repousse
|
afgeweerd
weert af
weren af
weerde af
weerden af
|
repousser
(v)
(mouvement)
|
van zich afschuiven
(v)
(mouvement)
|
repousser
(v)
(résister à)
|
weerstand bieden
(v)
(résister à)
|
repousser
(v)
(général)
|
terugdrijven
(v)
(général)
|
aient repoussé
aies repoussé
repousse
|
teruggedreven
drijven terug
drijft terug
dreven terug
dreef terug
|
repousser
(v)
(proposition)
|
verwerpen
(v)
(proposition)
|
aient repoussé
aies repoussé
repousse
|
verworpen
verwerpt
verwerpen
verwierpen
verwierp
|
repousser
(v)
(fusil)
|
terugspringen
(v)
(fusil)
|
aient repoussé
aies repoussé
repousse
|
teruggesprongen
springt terug
springen terug
sprongen terug
sprong terug
|
repousser
(v)
(général)
|
naast zich neerleggen
(v)
(général)
|
repousser
(v)
(accusation)
|
afslaan
(v)
(accusation)
|
aient repoussé
aies repoussé
repousse
|
afgeslagen
slaan af
slaat af
sloeg af
sloegen af
|
repousser
(v)
(insectes)
|
verdrijven
(v)
(insectes)
|
aient repoussé
aies repoussé
repousse
|
verdreven
verdrijft
verdrijven
verdreef
verdreven
|
repousser
(v)
(offre)
|
afslaan
(v)
(offre)
|
aient repoussé
aies repoussé
repousse
|
afgeslagen
slaan af
slaat af
sloeg af
sloegen af
|
repousser
(v)
(général)
|
verwerpen
(v)
(général)
|
aient repoussé
aies repoussé
repousse
|
verworpen
verwerpt
verwerpen
verwierpen
verwierp
|
repousser
(v)
(militaire)
|
terugdrijven
(v)
(militaire)
|
aient repoussé
aies repoussé
repousse
|
teruggedreven
drijven terug
drijft terug
dreven terug
dreef terug
|
repousser
(v)
(ennemi)
|
verdrijven
(v)
(ennemi)
|
aient repoussé
aies repoussé
repousse
|
verdreven
verdrijft
verdrijven
verdreef
verdreven
|
repousser
(v)
(mouvement)
|
wegschuiven
(v)
(mouvement)
|
aient repoussé
aies repoussé
repousse
|
weggeschoven
schuift weg
schuiven weg
schoof weg
schoven weg
|
repousser
(v)
(proposition)
|
naast zich neerleggen
(v)
(proposition)
|
repousser
(v)
(offre)
|
verwerpen
(v)
(offre)
|
aient repoussé
aies repoussé
repousse
|
verworpen
verwerpt
verwerpen
verwierpen
verwierp
|
repousser
(v)
(accusation)
|
afwijzen
(v)
(accusation)
|
aient repoussé
aies repoussé
repousse
|
afgewezen
wijzen af
wijst af
wezen af
wees af
|
repousser
(v)
(insectes)
|
afweren
(v)
(insectes)
|
aient repoussé
aies repoussé
repousse
|
afgeweerd
weert af
weren af
weerde af
weerden af
|
repousser
(v)
(proposition)
|
afwijzen
(v)
(proposition)
|
aient repoussé
aies repoussé
repousse
|
afgewezen
wijzen af
wijst af
wezen af
wees af
|
repousser
(v)
(général)
|
versmaden
(v)
(général)
|
aient repoussé
aies repoussé
repousse
|
versmaad
versmaadt
versmaden
versmaadden
versmaadde
|
repousser
(v)
(général)
|
terugslaan
(v)
(général)
|
aient repoussé
aies repoussé
repousse
|
teruggeslagen
slaat terug
slaan terug
sloeg terug
sloegen terug
|