Recevoir — traduction Français Néerlandais. Traduire Recevoir en Néerlandais

recevoir (v) (invité)	ontvangen (v) (invité)
aient reçu aies reçu reçois	ontvangen ontvangen ontvangt ontvingen ontving
recevoir (v) (visiteur)	aannemen (v) (visiteur)
aient reçu aies reçu reçois	aangenomen neemt aan nemen aan nam aan namen aan
recevoir (v) (intransitif)	gasten hebben (v) (intransitif)
recevoir (v) (acquérir)	krijgen (v) (acquérir)
aient reçu aies reçu reçois	gekregen krijgt krijgen kregen kreeg
recevoir (v) (cadeau)	verkrijgen (v) (cadeau)
aient reçu aies reçu reçois	verkregen verkrijgt verkrijgen verkreeg verkregen
recevoir (v) (radio - télévision)	aannemen (v) (radio - télévision)
aient reçu aies reçu reçois	aangenomen neemt aan nemen aan nam aan namen aan
recevoir (v) (acquérir)	behalen (n) (v) (acquérir)
aient reçu aies reçu reçois	behaald behaalt behalen behaalden behaalde
recevoir (v) (radio - télévision)	accepteren (v) (radio - télévision)
aient reçu aies reçu reçois	geaccepteerd accepteert accepteren accepteerde accepteerden
recevoir (v) (acquérir)	aanvaarden (v) (acquérir)
aient reçu aies reçu reçois	aanvaard aanvaardt aanvaarden aanvaardden aanvaardde
recevoir (v) (cadeau)	krijgen (v) (cadeau)
aient reçu aies reçu reçois	gekregen krijgt krijgen kregen kreeg
recevoir (v) (visiteur)	ontvangen (v) (visiteur)
aient reçu aies reçu reçois	ontvangen ontvangen ontvangt ontvingen ontving
recevoir (v) (invité)	aannemen (v) (invité)
aient reçu aies reçu reçois	aangenomen neemt aan nemen aan nam aan namen aan
recevoir (v) (acquérir)	ontwikkelen (v) (acquérir)
aient reçu aies reçu reçois	ontwikkeld ontwikkelt ontwikkelen ontwikkelden ontwikkelde
recevoir (v) (radio - télévision)	ontvangen (v) (radio - télévision)
aient reçu aies reçu reçois	ontvangen ontvangen ontvangt ontvingen ontving
recevoir (v) (accepter)	accepteren (v) (accepter)
aient reçu aies reçu reçois	geaccepteerd accepteert accepteren accepteerde accepteerden
recevoir (v) (invité)	accepteren (v) (invité)
aient reçu aies reçu reçois	geaccepteerd accepteert accepteren accepteerde accepteerden
recevoir (v) (examen)	slagen (v) (examen)
aient reçu aies reçu reçois	geslaagd slaagt slagen slaagde slaagden
recevoir (v) (visiteur)	accepteren (v) (visiteur)
aient reçu aies reçu reçois	geaccepteerd accepteert accepteren accepteerde accepteerden
recevoir (v) (accepter)	verwerven (n) (v) (accepter)
aient reçu aies reçu reçois	verworven verwerft verwerven verwierf verwierven
recevoir (v) (cadeau)	behalen (n) (v) (cadeau)
aient reçu aies reçu reçois	behaald behaalt behalen behaalden behaalde
recevoir (v) (invité)	gastvrij ontvangen (v) (invité)
recevoir (v) (invité)	aanvaarden (v) (invité)
aient reçu aies reçu reçois	aanvaard aanvaardt aanvaarden aanvaardden aanvaardde
recevoir (v) (accepter)	aannemen (v) (accepter)
aient reçu aies reçu reçois	aangenomen neemt aan nemen aan nam aan namen aan
recevoir (v) (accepter)	verkrijgen (v) (accepter)
aient reçu aies reçu reçois	verkregen verkrijgt verkrijgen verkreeg verkregen
recevoir (v) (accepter)	ontvangen (v) (accepter)
aient reçu aies reçu reçois	ontvangen ontvangen ontvangt ontvingen ontving
recevoir (v) (accepter)	aanvaarden (v) (accepter)
aient reçu aies reçu reçois	aanvaard aanvaardt aanvaarden aanvaardden aanvaardde
recevoir (v) (invité)	onthalen (v) (invité)
aient reçu aies reçu reçois	onthaald onthalen onthaalt onthaalde onthaalden
recevoir (v) (visiteur)	aanvaarden (v) (visiteur)
aient reçu aies reçu reçois	aanvaard aanvaardt aanvaarden aanvaardden aanvaardde
recevoir (v) (accepter)	behalen (n) (v) (accepter)
aient reçu aies reçu reçois	behaald behaalt behalen behaalden behaalde
recevoir (v) (cadeau)	verwerven (n) (v) (cadeau)
aient reçu aies reçu reçois	verworven verwerft verwerven verwierf verwierven
recevoir (v) (acquérir)	verwerven (n) (v) (acquérir)
aient reçu aies reçu reçois	verworven verwerft verwerven verwierf verwierven
recevoir (v) (radio - télévision)	aanvaarden (v) (radio - télévision)
aient reçu aies reçu reçois	aanvaard aanvaardt aanvaarden aanvaardden aanvaardde
recevoir (v) (acquérir)	verkrijgen (v) (acquérir)
aient reçu aies reçu reçois	verkregen verkrijgt verkrijgen verkreeg verkregen
recevoir (v) (acquérir)	aannemen (v) (acquérir)
aient reçu aies reçu reçois	aangenomen neemt aan nemen aan nam aan namen aan
recevoir (v) (acquérir)	accepteren (v) (acquérir)
aient reçu aies reçu reçois	geaccepteerd accepteert accepteren accepteerde accepteerden
recevoir (v) (membre)	als lid aanvaarden (v) (membre)

Recevoir exemples10 exemples trouvés

pouvoir recevoir	plaats bieden aan
pouvoir recevoir	kunnen bevatten
recevoir des allocations de chômage	steun trekken
recevoir des allocations de chômage	in de steun gaan lopen
recevoir des indemnités de chômage	steun trekken
recevoir des indemnités de chômage	in de steun gaan lopen
recevoir la communion	de communie ontvangen
recevoir la communion	communiceren
recevoir la communion	het Avondmaal vieren
recevoir promesse	toegezegd worden

Traduire Recevoir en d'autres langues

— Traduire recevoir en Anglais

— Traduire recevoir en Allemand

— Traduire recevoir en Italien

— Traduire recevoir en Espagnol

— Traduire recevoir en Portugais

— Traduire recevoir en Slovène

— Traduire recevoir en Polonais

— Traduire recevoir en Tchèque

Recevoir — Français Néerlandais traduction36 traductions trouvé