promulguer
(v)
(politique)
|
decreteren
(v)
(politique)
|
aient promulgué
aies promulgué
promulgue
|
gedecreteerd
decreteren
decreteert
decreteerden
decreteerde
|
promulguer
(v)
(lois)
|
decreteren
(v)
(lois)
|
aient promulgué
aies promulgué
promulgue
|
gedecreteerd
decreteren
decreteert
decreteerden
decreteerde
|
promulguer
(v)
(ordre)
|
decreteren
(v)
(ordre)
|
aient promulgué
aies promulgué
promulgue
|
gedecreteerd
decreteren
decreteert
decreteerden
decreteerde
|
promulguer
(v)
(droit)
|
uitvaardigen
(v)
(droit)
|
aient promulgué
aies promulgué
promulgue
|
uitgevaardigd
vaardigen uit
vaardigt uit
vaardigden uit
vaardigde uit
|
promulguer
(v)
(ordre)
|
uitvaardigen
(v)
(ordre)
|
aient promulgué
aies promulgué
promulgue
|
uitgevaardigd
vaardigen uit
vaardigt uit
vaardigden uit
vaardigde uit
|
promulguer
(v)
(ordre)
|
tot wet verheffen
(v)
(ordre)
|
promulguer
(v)
(politique)
|
aannemen
(v)
(politique)
|
aient promulgué
aies promulgué
promulgue
|
aangenomen
neemt aan
nemen aan
nam aan
namen aan
|
promulguer
(v)
(lois)
|
aannemen
(v)
(lois)
|
aient promulgué
aies promulgué
promulgue
|
aangenomen
neemt aan
nemen aan
nam aan
namen aan
|
promulguer
(v)
(politique)
|
tot wet verheffen
(v)
(politique)
|
promulguer
(v)
(lois)
|
afkondigen
(v)
(lois)
|
aient promulgué
aies promulgué
promulgue
|
afgekondigd
kondigt af
kondigen af
kondigden af
kondigde af
|
promulguer
(v)
(ordre)
|
afkondigen
(v)
(ordre)
|
aient promulgué
aies promulgué
promulgue
|
afgekondigd
kondigt af
kondigen af
kondigden af
kondigde af
|
promulguer
(v)
(ordre)
|
wet maken
(v)
(ordre)
|
promulguer
(v)
(politique)
|
wet maken
(v)
(politique)
|
promulguer
(v)
(politique)
|
uitvaardigen
(v)
(politique)
|
aient promulgué
aies promulgué
promulgue
|
uitgevaardigd
vaardigen uit
vaardigt uit
vaardigden uit
vaardigde uit
|
promulguer
(v)
(lois)
|
wet maken
(v)
(lois)
|
promulguer
(v)
(lois)
|
uitvaardigen
(v)
(lois)
|
aient promulgué
aies promulgué
promulgue
|
uitgevaardigd
vaardigen uit
vaardigt uit
vaardigden uit
vaardigde uit
|
promulguer
(v)
(ordre)
|
aannemen
(v)
(ordre)
|
aient promulgué
aies promulgué
promulgue
|
aangenomen
neemt aan
nemen aan
nam aan
namen aan
|
promulguer
(v)
(lois)
|
tot wet verheffen
(v)
(lois)
|
promulguer
(v)
(droit)
|
afkondigen
(v)
(droit)
|
aient promulgué
aies promulgué
promulgue
|
afgekondigd
kondigt af
kondigen af
kondigden af
kondigde af
|
promulguer
(v)
(politique)
|
afkondigen
(v)
(politique)
|
aient promulgué
aies promulgué
promulgue
|
afgekondigd
kondigt af
kondigen af
kondigden af
kondigde af
|