motiver (v) (justifier) | een goede reden geven voor (v) (justifier) |
motiver (v) (action) | de aanleiding vormen (v) (action) |
motiver (v) (justifier) | verdedigen (v) (justifier) |
motiver (v) (justifier) | de aanleiding vormen (v) (justifier) |
motiver (v) (action) | verantwoorden (v) (action) |
motiver (v) (action) | een goede reden geven voor (v) (action) |
motiver (v) (justifier) | verantwoorden (v) (justifier) |
motiver (v) (action) | verdedigen (v) (action) |