lier
(v)
(promesse)
|
bijeenbinden
(v)
(promesse)
|
aient lié
aies lié
lie
|
bijeengebonden
binden bijeen
bindt bijeen
bond bijeen
bonden bijeen
|
lier
(v)
(attacher)
|
bijeenbinden
(v)
(attacher)
|
aient lié
aies lié
lie
|
bijeengebonden
binden bijeen
bindt bijeen
bond bijeen
bonden bijeen
|
lier
(v)
(corde)
|
binden
(v)
(corde)
|
aient lié
aies lié
lie
|
gebonden
binden
bindt
bond
bonden
|
lier
(v)
(attacher)
|
knopen
(v)
(attacher)
|
aient lié
aies lié
lie
|
geknoopt
knopen
knoopt
knoopte
knoopten
|
lier
(v)
(attacher)
|
vasthechten
(v)
(attacher)
|
aient lié
aies lié
lie
|
vastgehecht
hecht vast
hechten vast
hechtten vast
hechtte vast
|
lier
(v)
(attacher)
|
verbinden
(n)
(v)
(attacher)
|
aient lié
aies lié
lie
|
verbonden
verbindt
verbinden
verbonden
verbond
|
lier
(v)
(lieu)
|
binden
(v)
(lieu)
|
aient lié
aies lié
lie
|
gebonden
binden
bindt
bond
bonden
|
lier
(v)
(attacher)
|
vastknopen
(v)
(attacher)
|
aient lié
aies lié
lie
|
vastgeknoopt
knopen vast
knoopt vast
knoopte vast
knoopten vast
|
lier
(v)
(promesse)
|
knopen
(v)
(promesse)
|
aient lié
aies lié
lie
|
geknoopt
knopen
knoopt
knoopte
knoopten
|
lier
(v)
(liquide)
|
knopen
(v)
(liquide)
|
aient lié
aies lié
lie
|
geknoopt
knopen
knoopt
knoopte
knoopten
|
lier
(v)
(promesse)
|
dik maken
(v)
(promesse)
|
lier
(v)
(liquide)
|
verbinden
(n)
(v)
(liquide)
|
aient lié
aies lié
lie
|
verbonden
verbindt
verbinden
verbonden
verbond
|
lier
(v)
(corde)
|
vastsnoeren
(v)
(corde)
|
aient lié
aies lié
lie
|
vastgesnoerd
snoert vast
snoeren vast
snoerde vast
snoerden vast
|
lier
(v)
(liquide)
|
vastknopen
(v)
(liquide)
|
aient lié
aies lié
lie
|
vastgeknoopt
knopen vast
knoopt vast
knoopte vast
knoopten vast
|
lier
(v)
(liquide)
|
dik maken
(v)
(liquide)
|
lier
(v)
(corde)
|
dik maken
(v)
(corde)
|
lier
(v)
(lieu)
|
bijeenbinden
(v)
(lieu)
|
aient lié
aies lié
lie
|
bijeengebonden
binden bijeen
bindt bijeen
bond bijeen
bonden bijeen
|
lier
(v)
(papier)
|
bundelen
(v)
(papier)
|
aient lié
aies lié
lie
|
gebundeld
bundelen
bundelt
bundelden
bundelde
|
lier
(v)
(corde)
|
vastknopen
(v)
(corde)
|
aient lié
aies lié
lie
|
vastgeknoopt
knopen vast
knoopt vast
knoopte vast
knoopten vast
|
lier
(v)
(liquide)
|
vastbinden
(v)
(liquide)
|
aient lié
aies lié
lie
|
vastgebonden
bindt vast
binden vast
bonden vast
bond vast
|
lier
(v)
(liquide)
|
binden
(v)
(liquide)
|
aient lié
aies lié
lie
|
gebonden
binden
bindt
bond
bonden
|
lier
(v)
(promesse)
|
verbinden
(n)
(v)
(promesse)
|
aient lié
aies lié
lie
|
verbonden
verbindt
verbinden
verbonden
verbond
|
lier
(v)
(lieu)
|
verbinden
(n)
(v)
(lieu)
|
aient lié
aies lié
lie
|
verbonden
verbindt
verbinden
verbonden
verbond
|
lier
(v)
(promesse)
|
binden
(v)
(promesse)
|
aient lié
aies lié
lie
|
gebonden
binden
bindt
bond
bonden
|
lier
(v)
(attacher)
|
bevestigen
(v)
(attacher)
|
aient lié
aies lié
lie
|
bevestigd
bevestigt
bevestigen
bevestigde
bevestigden
|
lier
(v)
(promesse)
|
vastknopen
(v)
(promesse)
|
aient lié
aies lié
lie
|
vastgeknoopt
knopen vast
knoopt vast
knoopte vast
knoopten vast
|
lier
(v)
(corde)
|
bijeenbinden
(v)
(corde)
|
aient lié
aies lié
lie
|
bijeengebonden
binden bijeen
bindt bijeen
bond bijeen
bonden bijeen
|
lier
(v)
(liquide)
|
bijeenbinden
(v)
(liquide)
|
aient lié
aies lié
lie
|
bijeengebonden
binden bijeen
bindt bijeen
bond bijeen
bonden bijeen
|
lier
(v)
(papier)
|
samenbinden
(v)
(papier)
|
aient lié
aies lié
lie
|
samengebonden
bindt samen
binden samen
bond samen
bonden samen
|
lier
(v)
(corde)
|
vastbinden
(v)
(corde)
|
aient lié
aies lié
lie
|
vastgebonden
bindt vast
binden vast
bonden vast
bond vast
|
lier
(v)
(attacher)
|
binden
(v)
(attacher)
|
aient lié
aies lié
lie
|
gebonden
binden
bindt
bond
bonden
|
lier
(v)
(attacher)
|
vastmaken
(v)
(attacher)
|
aient lié
aies lié
lie
|
vastgemaakt
maken vast
maakt vast
maakten vast
maakte vast
|
lier
(v)
(corde)
|
verbinden
(n)
(v)
(corde)
|
aient lié
aies lié
lie
|
verbonden
verbindt
verbinden
verbonden
verbond
|
lier
(v)
(lieu)
|
vastbinden
(v)
(lieu)
|
aient lié
aies lié
lie
|
vastgebonden
bindt vast
binden vast
bonden vast
bond vast
|
lier
(v)
(attacher)
|
vastbinden
(v)
(attacher)
|
aient lié
aies lié
lie
|
vastgebonden
bindt vast
binden vast
bonden vast
bond vast
|
lier
(v)
(corde)
|
knopen
(v)
(corde)
|
aient lié
aies lié
lie
|
geknoopt
knopen
knoopt
knoopte
knoopten
|
lier
(v)
(promesse)
|
vastbinden
(v)
(promesse)
|
aient lié
aies lié
lie
|
vastgebonden
bindt vast
binden vast
bonden vast
bond vast
|
lier
(v)
(attacher)
|
dik maken
(v)
(attacher)
|