Liaison — Français Néerlandais traduction40 traductions trouvé

liaison (f) (n) (rapport) verwantschap (f) (n) (rapport)
liaison (f) (n) (rapport) aaneenschakeling (f) (n) (rapport)
liaison (f) (n) (rapport) band (m) (n) (rapport)
liaison (f) (n) (technique) relaisnet (n) (n) (technique)
liaison (f) (n) (affinité) verbinding (f) (n) (affinité)
liaison (f) (n) (rapport) connectie (f) (n) (rapport)
liaison (f) (n) (affinité) verband (n) (n) (affinité)
liaison (f) (n) (rapport) schakel (m) (n) (rapport)
liaison (f) (n) (général) combinatie (f) (n) (général)
liaison (f) (n) (général) koppeling (f) (n) (général)
liaison (f) (n) (technique) relaiscircuit (n) (n) (technique)
liaison (f) (n) (affinité) aansluiting (f) (n) (affinité)
liaison (f) (n) (général) overeenkomst (f) (n) (général)
liaison (f) (n) (affinité) schakel (m) (n) (affinité)
liaison (f) (n) (relations extra-conjugales) verhouding (f) (n) (relations extra-conjugales)
liaison (f) (n) (général) aaneenschakeling (f) (n) (général)
liaison (f) (n) (affinité) aaneenschakeling (f) (n) (affinité)
liaison (f) (n) (rapport) combinatie (f) (n) (rapport)
liaison (f) (n) (général) verwantschap (f) (n) (général)
liaison (f) (n) (relations extra-conjugales) liaison (m) (n) (relations extra-conjugales)
liaison (f) (n) (affinité) overeenkomst (f) (n) (affinité)
liaison (f) (n) (technique) zendernet (n) (n) (technique)
liaison (f) (n) (affinité) connectie (f) (n) (affinité)
liaison (f) (n) (général) schakel (m) (n) (général)
liaison (f) (n) (affinité) band (m) (n) (affinité)
liaison (f) (n) (relations extra-conjugales) avontuurtje (n) (n) (relations extra-conjugales)
liaison (f) (n) (rapport) koppeling (f) (n) (rapport)
liaison (f) (n) (affinité) verwantschap (f) (n) (affinité)
liaison (f) (n) (rapport) verbinding (f) (n) (rapport)
liaison (f) (n) (rapport) overeenkomst (f) (n) (rapport)
liaison (f) (n) (rapport) aansluiting (f) (n) (rapport)
liaison (f) (n) (général) verbinding (f) (n) (général)
liaison (f) (n) (technique) zendercircuit (n) (n) (technique)
liaison (f) (n) (affinité) combinatie (f) (n) (affinité)
liaison (f) (n) (général) band (m) (n) (général)
liaison (f) (n) (général) verband (n) (n) (général)
liaison (f) (n) (rapport) verband (n) (n) (rapport)
liaison (f) (n) (général) connectie (f) (n) (général)
liaison (f) (n) (général) aansluiting (f) (n) (général)
liaison (f) (n) (affinité) koppeling (f) (n) (affinité)
Liaison exemples4 exemples trouvés
avoir une liaison een verhouding hebben
avoir une liaison een buitenechtelijke verhouding hebben
avoir une liaison vreemdgaan
liaison sans lendemain liefde voor één nacht
Traduire Liaison en d'autres langues
Traduire liaison en Anglais
Traduire liaison en Allemand
Traduire liaison en Italien
Traduire liaison en Espagnol
Traduire liaison en Portugais
Traduire liaison en Slovène
Traduire liaison en Polonais
Traduire liaison en Tchèque