Laisser — traduction Français Néerlandais. Traduire Laisser en Néerlandais

laisser (v) (objets)	laten liggen (v) (objets)
laisser (v) (permission)	overlaten (v) (permission)
aient laissé aies laissé laisse	overgelaten laten over laat over lieten over liet over
laisser (v) (permission)	veroorloven (v) (permission)
aient laissé aies laissé laisse	veroorloofd veroorlooft veroorloven veroorloofden veroorloofde
laisser (v) (oublier)	laten liggen (v) (oublier)
laisser (v) (objets)	achterlaten (v) (objets)
aient laissé aies laissé laisse	achtergelaten laten achter laat achter lieten achter liet achter
laisser (v) (morceau)	overlaten (v) (morceau)
aient laissé aies laissé laisse	overgelaten laten over laat over lieten over liet over
laisser (v) (courrier)	nalaten (v) (courrier)
aient laissé aies laissé laisse	nagelaten laat na laten na lieten na liet na
laisser (v) (permission)	toelaten (v) (permission)
aient laissé aies laissé laisse	toegelaten laten toe laat toe liet toe lieten toe
laisser (v) (morceau)	toelaten (v) (morceau)
aient laissé aies laissé laisse	toegelaten laten toe laat toe liet toe lieten toe
laisser (v) (objets)	laten (v) (objets)
aient laissé aies laissé laisse	gelaten laten laat lieten liet
laisser (v) (héritage)	nalaten (v) (héritage)
aient laissé aies laissé laisse	nagelaten laat na laten na lieten na liet na
laisser (v) (oublier)	laten (v) (oublier)
aient laissé aies laissé laisse	gelaten laten laat lieten liet
laisser (v) (temps)	laten (v) (temps)
aient laissé aies laissé laisse	gelaten laten laat lieten liet
laisser (v) (morceau)	laten (v) (morceau)
aient laissé aies laissé laisse	gelaten laten laat lieten liet
laisser (v) (message)	nalaten (v) (message)
aient laissé aies laissé laisse	nagelaten laat na laten na lieten na liet na
laisser (v) (permission)	toestaan (v) (permission)
aient laissé aies laissé laisse	toegestaan staan toe staat toe stond toe stonden toe
laisser (v) (morceau)	toestaan (v) (morceau)
aient laissé aies laissé laisse	toegestaan staan toe staat toe stond toe stonden toe
laisser (v) (temps)	laten liggen (v) (temps)
laisser (v) (héritage)	afgeven (v) (héritage)
aient laissé aies laissé laisse	afgegeven geven af geeft af gaven af gaf af
laisser (v) (message)	achterlaten (v) (message)
aient laissé aies laissé laisse	achtergelaten laten achter laat achter lieten achter liet achter
laisser (v) (oublier)	laten staan (v) (oublier)
laisser (v) (objets)	laten staan (v) (objets)
laisser (v) (permission)	laten (v) (permission)
aient laissé aies laissé laisse	gelaten laten laat lieten liet
laisser (v) (courrier)	afgeven (v) (courrier)
aient laissé aies laissé laisse	afgegeven geven af geeft af gaven af gaf af
laisser (v) (morceau)	veroorloven (v) (morceau)
aient laissé aies laissé laisse	veroorloofd veroorlooft veroorloven veroorloofden veroorloofde
laisser (v) (temps)	laten staan (v) (temps)
laisser (v) (message)	afgeven (v) (message)
aient laissé aies laissé laisse	afgegeven geven af geeft af gaven af gaf af
laisser (v) (héritage)	achterlaten (v) (héritage)
aient laissé aies laissé laisse	achtergelaten laten achter laat achter lieten achter liet achter
laisser (v) (courrier)	achterlaten (v) (courrier)
aient laissé aies laissé laisse	achtergelaten laten achter laat achter lieten achter liet achter

Laisser exemples80 exemples trouvés

ne pas laisser échapper	grijpen
ne pas se laisser aller	dapper zijn
ne pas se laisser aller	zich flink houden
ne pas se laisser prendre	er niet intrappen
ne pas se laisser prendre	zich niet laten wijsmaken
ne pas se laisser tromper par	doorzien
ne pas se laisser tromper par	doorhebben
délaisser	verlaten
délaisser	laten verkommeren
délaisser	verwaarlozen
délaisser	in de steek laten
délaisser	achterlaten
délaisser	afvallig worden
délaisser	in de steek laten
délaisser	afvallen
laisser achever	uithoren
laisser achever	laten uitpraten
laisser croire	wijsmaken
laisser croire	laten geloven
laisser de côté	omzeilen
laisser descendre	laten uitstappen
laisser entendre	inhouden
laisser entendre	impliceren
laisser entendre	insluiten
laisser entrer	binnenlaten
laisser entrer	doorlaten
laisser entrer	binnenlaten
laisser entrer	binnenlaten
laisser entrer	doorlaten
laisser entrer	doorlaten
laisser filtrer	onthullen
laisser filtrer	laten uitlekken
laisser finir	uithoren
laisser finir	laten uitpraten
laisser libre	reserveren
laisser libre	vrijhouden
laisser passer	zich laten ontglippen
laisser passer	zich laten ontglippen
laisser passer	missen
laisser passer	verspelen
laisser passer	weggooien
laisser passer	verloren laten gaan
laisser passer	verkijken
laisser passer	over het hoofd zien
laisser passer	laten voorbijgaan
laisser passer	verspelen
laisser passer	missen
laisser passer	weggooien
laisser passer	verkijken
laisser passer	laten schieten
laisser passer	verloren laten gaan
laisser passer	doorlaten
laisser perplexe	voor een raadsel stellen
laisser perplexe	verbijsteren
laisser perplexe	verbijsteren
laisser perplexe	beroeren
laisser perplexe	verontrusten
laisser perplexe	in beroering brengen
laisser pousser	laten groeien
laisser sortir	uitlaten
laisser sortir	laten gaan
laisser tomber	laten vallen
laisser tomber	de bons geven
laisser tomber	dumpen
laisser tomber	aan de kant zetten
laisser tranquille	met rust laten
laisser traîner	laten meeslepen
laisser une ligne	een regel verspringen
laisser voir	reveleren
laisser voir	openbaren
laisser échapper	eruit flappen
laisser échapper	slaken
laisser échapper	verklappen
laisser échapper	zich laten ontvallen
laisser le passage	aan de kant gaan staan
laisser le passage	opzij gaan staan
laisser le passage	opzij gaan
laisser le passage	uit de weg gaan
laisser le passage	plaats maken
laisser le passage	wijken

Traduire Laisser en d'autres langues

— Traduire laisser en Anglais

— Traduire laisser en Allemand

— Traduire laisser en Italien

— Traduire laisser en Espagnol

— Traduire laisser en Portugais

— Traduire laisser en Slovène

— Traduire laisser en Polonais

— Traduire laisser en Tchèque

Laisser — Français Néerlandais traduction29 traductions trouvé