Irriter — Français Néerlandais traduction10 traductions trouvé

irriter (v) (personne) ergeren (v) (personne)
irriter (v) (sentiments) boos maken (v) (sentiments)
irriter (v) (mettre en colère) opwinden (v) (mettre en colère)
irriter (v) (personne) irriteren (v) (personne)
irriter (v) (énerver) ergeren (v) (énerver)
irriter (v) (médecine) ergeren (v) (médecine)
irriter (v) (énerver) vervelen (v) (énerver)
irriter (v) (médecine) irriteren (v) (médecine)
irriter (v) (énerver) irriteren (v) (énerver)
irriter (v) (mettre en colère) ergeren (v) (mettre en colère)
Irriter exemples8 exemples trouvés
s'irriter boos worden
s'irriter zich ergeren
s'irriter zich opwinden
s'irriter geërgerd worden
s'irriter de boos worden om
s'irriter de zich ergeren over
s'irriter de zich opwinden over
s'irriter de geërgerd worden door
Traduire Irriter en d'autres langues
Traduire irriter en Anglais
Traduire irriter en Allemand
Traduire irriter en Italien
Traduire irriter en Espagnol
Traduire irriter en Portugais
Traduire irriter en Slovène
Traduire irriter en Polonais
Traduire irriter en Tchèque