Informer — Français Néerlandais traduction10 traductions trouvé

informer (v) (information) meedelen (v) (information)
informer (v) (information) op de hoogte brengen (v) (information)
informer (v) (information) overbrengen (n) (v) (information)
informer (v) (information) informeren (v) (information)
informer (v) (information) kenbaar maken (v) (information)
informer (v) (information) inlichten (v) (information)
informer (v) (information) mededelen (v) (information)
informer (v) (information) voorlichten (v) (information)
informer (v) (information) onderrichten (v) (information)
informer (v) (information) in kennis stellen (n) (v) (information)
Informer exemples27 exemples trouvés
informer de voorlichten
informer de meedelen
informer de in kennis stellen
informer de informeren
informer de inlichten
informer de onderrichten
informer de overbrengen
informer de kenbaar maken
informer de voorlichten
informer de mededelen
informer de onderrichten
informer de in kennis stellen
informer de informeren
informer de mededelen
informer de meedelen
informer de kenbaar maken aan
informer de inlichten
informer de op de hoogte brengen
informer de kenbaar maken aan
informer de op de hoogte brengen
informer quelqu'un iemand op de hoogte brengen
informer quelqu'un iemand inlichten
informer quelqu'un iemand informatie geven
informer quelqu'un iemand voorlichten
mal informer verkeerd inlichten
s'informer navragen
s'informer navraag doen
Traduire Informer en d'autres langues
Traduire informer en Anglais
Traduire informer en Allemand
Traduire informer en Italien
Traduire informer en Espagnol
Traduire informer en Portugais
Traduire informer en Slovène
Traduire informer en Polonais
Traduire informer en Tchèque