Gros — traduction Français Néerlandais. Traduire Gros en Néerlandais

gros (m) (n) (grandeur)	grootste deel (n) (n) (grandeur)
gros (m) (n) (grandeur)	merendeel (n) (n) (grandeur)
gros (m) (n) (grandeur)	gros (n) (n) (grandeur)
gros (m) (a) (erreur)	nors (a) (erreur)
gros (m) (a) (corps)	klein en dik (a) (corps)
gros (m) (a) (erreur)	grof (a) (erreur)
gros (m) (a) (conduite)	ruw (a) (conduite)
gros (m) (a) (corps)	sterk (a) (corps)
gros (m) (a) (grandeur)	gigantisch (a) (grandeur)
gros (m) (a) (corps)	zwaar gebouwd (a) (corps)
gros (m) (a) (grandeur)	reusachtig (a) (grandeur)
gros (m) (a) (erreur)	onbeleefd (a) (erreur)
gros (m) (a) (grandeur)	omvangrijk (a) (grandeur)
gros (m) (a) (corps)	gedrongen (a) (corps)
gros (m) (a) (corps)	krachtig (a) (corps)
gros (m) (a) (accent)	zwaar (a) (accent)
gros (m) (a) (conduite)	kortaf (a) (conduite)
gros (m) (a) (erreur)	onbeschoft (a) (erreur)
gros (m) (a) (corps)	mollig (a) (corps)
gros (m) (a) (grandeur)	enorm (a) (grandeur)
gros (m) (a) (conduite)	nors (a) (conduite)
gros (m) (a) (corps)	robuust (a) (corps)
gros (m) (a) (grandeur)	geweldig (a) (grandeur)
gros (m) (a) (corps)	stevig gebouwd (a) (corps)
gros (m) (a) (accent)	uitgesproken (a) (accent)
gros (m) (a) (grandeur)	immens (a) (grandeur)
gros (m) (a) (erreur)	bot (m) (a) (erreur)
gros (m) (a) (grandeur)	volumineus (a) (grandeur)
gros (m) (a) (conduite)	grof (a) (conduite)
gros (m) (a) (corps)	kort en dik (a) (corps)
gros (m) (a) (corps)	flink (a) (corps)
gros (m) (a) (corps)	zwaarlijvig (a) (corps)
gros (m) (a) (conduite)	onbeleefd (a) (conduite)
gros (m) (a) (erreur)	ongemanierd (a) (erreur)
gros (m) (a) (erreur)	flagrant (a) (erreur)
gros (m) (a) (conduite)	onbeschoft (a) (conduite)
gros (m) (a) (corps)	fors (a) (corps)
gros (m) (a) (corps)	dik (a) (corps)
gros (m) (a) (corps)	rond (a) (corps)
gros (m) (a) (corps)	corpulent (a) (corps)
gros (m) (a) (grandeur)	groot (a) (grandeur)
gros (m) (a) (erreur)	ruw (a) (erreur)
gros (m) (a) (corps)	gevuld (a) (corps)
gros (m) (a) (conduite)	flagrant (a) (conduite)
gros (m) (a) (conduite)	bot (m) (a) (conduite)
gros (m) (a) (corps)	zwaargebouwd (a) (corps)
gros (m) (a) (corps)	dikbuikig (a) (corps)
gros (m) (a) (corps)	gespierd (a) (corps)
gros (m) (a) (grandeur)	reuze- (a) (grandeur)
gros (m) (a) (erreur)	kortaf (a) (erreur)
gros (m) (a) (conduite)	ongemanierd (a) (conduite)
gros (m) (a) (corps)	stoer (a) (corps)
gros (m) (a) (corps)	vet (n) (a) (corps)
gros (m) (a) (corps)	stevig (a) (corps)
gros (m) (a) (corps)	gezet (a) (corps)
gros (m) (a) (grandeur)	kolossaal (a) (grandeur)

Gros exemples41 par exemple trouvé

marchand en gros	groothandelaar
marchand en gros	handelaar
marchand en gros	koopman
marchand en gros	handelaarster
marchand en gros	groothandelaarster
marchand en gros	koopvrouw
vente en gros	groothandel
avion gros porteur	jumbovliegtuig
avion gros porteur	jumbojet
avion gros porteur	jumbo
en gros	groothandel-
en gros	grosso modo
en gros	ruw geschat
faire un gros commerce	gouden zaken doen
gros baiser	smakkerd
gros baiser	klapzoen
gros bonnet	hoge piet
gros bonnet	hoge piet
gros bonnet	hoge oom
gros bonnet	man van gewicht
gros caillou	rolsteen
gros caillou	kei
gros clou à large tête	spijker
gros intestin	dikke darm
gros morceau	brok
gros morceau	groot stuk
gros morceau	homp
gros mot	vloek
gros mot	krachtterm
gros plan	detailopname
gros plan	close-up
gros ventre	dikke buik
gros ventre	pens
libre-service de gros	cash and carry
libre-service de gros	zelfbedieningsgroothandel
prix de gros	groothandelsprijs
prix de gros	groothandelsprijs
qui a le c ur gros	zwaarmoedig
rouler de gros yeux	staren
un gros poids enlevé de sa poitrine	een pak van iemands hart
négroïde	negroïde

Traduire Gros en d'autres langues

— Traduire gros en Anglais

— Traduire gros en Allemand

— Traduire gros en Italien

— Traduire gros en Espagnol

— Traduire gros en Portugais

— Traduire gros en Slovène

— Traduire gros en Polonais

— Traduire gros en Tchèque

Gros — Français Néerlandais traduction56 traductions trouvé