Fraude — Français Néerlandais traduction16 traductions trouvé

fraude (f) (n) (conduite) onoprechtheid (f) (n) (conduite)
fraude (f) (n) (conduite) bedrog (n) (n) (conduite)
fraude (f) (n) (argent) bedrog (n) (n) (argent)
fraude (f) (n) (conduite) oneerlijkheid (f) (n) (conduite)
fraude (f) (n) (argent) oplichterij (f) (n) (argent)
fraude (f) (n) (argent) achterhouden (n) (n) (argent)
fraude (f) (n) (argent) bedriegerij (f) (n) (argent)
fraude (f) (n) (conduite) bedriegerij (f) (n) (conduite)
fraude (f) (n) (conduite) fraude (f) (n) (conduite)
fraude (f) (n) (argent) verduistering (f) (n) (argent)
fraude (f) (n) (argent) misleiding (f) (n) (argent)
fraude (f) (n) (conduite) leugenachtigheid (f) (n) (conduite)
fraude (f) (n) (conduite) misleiding (f) (n) (conduite)
fraude (f) (n) (argent) fraude (f) (n) (argent)
fraude (f) (n) (conduite) achterbaksheid (f) (n) (conduite)
fraude (f) (n) (conduite) oplichterij (f) (n) (conduite)
Fraude exemples6 exemples trouvés
commettre une fraude oplichten
commettre une fraude bezwendelen
commettre une fraude bedriegen
commettre une fraude frauderen
commettre une fraude fraude plegen
passer en fraude smokkelen
Traduire Fraude en d'autres langues
Traduire fraude en Anglais
Traduire fraude en Allemand
Traduire fraude en Italien
Traduire fraude en Espagnol
Traduire fraude en Portugais
Traduire fraude en Slovène
Traduire fraude en Polonais
Traduire fraude en Tchèque