Expulser — Français Néerlandais traduction50 traductions trouvé

expulser (v) (personne) eruit donderen (v) (personne)
expulser (v) (personne) eruit gooien (v) (personne)
expulser (v) (pousser dehors) uitknijpen (v) (pousser dehors)
expulser (v) (personne) uitstoten (v) (personne)
expulser (v) (groupe) uitgooien (v) (groupe)
expulser (v) (général) verstoten (v) (général)
expulser (v) (ennemi) verstoten (v) (ennemi)
expulser (v) (personne) verstoten (v) (personne)
expulser (v) (pousser dehors) uitduwen (v) (pousser dehors)
expulser (v) (groupe) uitsluiten (v) (groupe)
expulser (v) (général) uitgooien (v) (général)
expulser (v) (pays) verstoten (v) (pays)
expulser (v) (ennemi) verjagen (v) (ennemi)
expulser (v) (gens) wegzenden (v) (gens)
expulser (v) (personne) eruit zetten (v) (personne)
expulser (v) (gens) eruit gooien (v) (gens)
expulser (v) (général) verjagen (v) (général)
expulser (v) (personne) uitsluiten (v) (personne)
expulser (v) (gens) uitgooien (v) (gens)
expulser (v) (gens) verjagen (v) (gens)
expulser (v) (militaire) verjagen (v) (militaire)
expulser (v) (ennemi) terugdrijven (v) (ennemi)
expulser (v) (personne) verjagen (v) (personne)
expulser (v) (pousser dehors) eruit werken (v) (pousser dehors)
expulser (v) (pays) wegzenden (v) (pays)
expulser (v) (gens) uitzetten (v) (gens)
expulser (v) (militaire) terugdrijven (v) (militaire)
expulser (v) (pays) uitwijzen (v) (pays)
expulser (v) (personne) wegsturen (n) (v) (personne)
expulser (v) (général) eruit gooien (v) (général)
expulser (v) (général) uitzetten (v) (général)
expulser (v) (groupe) uitstoten (v) (groupe)
expulser (v) (pays) uitzetten (v) (pays)
expulser (v) (gens) verstoten (v) (gens)
expulser (v) (militaire) verstoten (v) (militaire)
expulser (v) (personne) wegzenden (v) (personne)
expulser (v) (gens) terugdrijven (v) (gens)
expulser (v) (général) wegzenden (v) (général)
expulser (v) (général) uitwijzen (v) (général)
expulser (v) (personne) uitgooien (v) (personne)
expulser (v) (groupe) uitzetten (v) (groupe)
expulser (v) (personne) uitwijzen (v) (personne)
expulser (v) (gens) verdrijven (v) (gens)
expulser (v) (pays) eruit gooien (v) (pays)
expulser (v) (ennemi) verdrijven (v) (ennemi)
expulser (v) (personne) uitzetten (v) (personne)
expulser (v) (pays) uitgooien (v) (pays)
expulser (v) (pays) verjagen (v) (pays)
expulser (v) (militaire) verdrijven (v) (militaire)
expulser (v) (gens) uitwijzen (v) (gens)
Traduire Expulser en d'autres langues
Traduire expulser en Anglais
Traduire expulser en Allemand
Traduire expulser en Italien
Traduire expulser en Espagnol
Traduire expulser en Portugais
Traduire expulser en Slovène
Traduire expulser en Polonais
Traduire expulser en Tchèque