exploiter
(v)
(personne)
|
gebruiken
(v)
(personne)
|
aient exploité
aies exploité
exploite
|
gebruikt
gebruiken
gebruikt
gebruikte
gebruikten
|
exploiter
(v)
(personne)
|
uitbuiten
(v)
(personne)
|
aient exploité
aies exploité
exploite
|
uitgebuit
buit uit
buiten uit
buitten uit
buitte uit
|
exploiter
(v)
(exploitation minière)
|
delven
(n)
(v)
(exploitation minière)
|
aient exploité
aies exploité
exploite
|
gedolven
delft
delven
dolven
dolf
|
exploiter
(v)
(exploitation minière)
|
ontginnen
(v)
(exploitation minière)
|
aient exploité
aies exploité
exploite
|
ontgonnen
ontgint
ontginnen
ontgonnen
ontgon
|
exploiter
(v)
(exploitation minière)
|
exploiteren
(v)
(exploitation minière)
|
aient exploité
aies exploité
exploite
|
geëxploiteerd
exploiteren
exploiteert
exploiteerden
exploiteerde
|
exploiter
(v)
(exploitation minière)
|
uithalen
(v)
(exploitation minière)
|
aient exploité
aies exploité
exploite
|
uitgehaald
halen uit
haalt uit
haalde uit
haalden uit
|
exploiter
(v)
(compagnie)
|
runnen
(v)
(compagnie)
|
aient exploité
aies exploité
exploite
|
gerund
runnen
runt
runden
runde
|
exploiter
(v)
(exploitation minière)
|
winnen
(v)
(exploitation minière)
|
aient exploité
aies exploité
exploite
|
gewonnen
wint
winnen
won
wonnen
|
exploiter
(v)
(exploitation minière)
|
uitgraven
(n)
(v)
(exploitation minière)
|
aient exploité
aies exploité
exploite
|
uitgegraven
graven uit
graaft uit
groef uit
groeven uit
|
exploiter
(v)
(compagnie)
|
leiden
(n)
(v)
(compagnie)
|
aient exploité
aies exploité
exploite
|
geleid
leidt
leiden
leidde
leidden
|
exploiter
(v)
(compagnie)
|
besturen
(v)
(compagnie)
|
aient exploité
aies exploité
exploite
|
bestuurd
besturen
bestuurt
bestuurde
bestuurden
|