exclure
(v)
(général)
|
een uitzondering maken voor
(v)
(général)
|
exclure
(v)
(personne)
|
buitensluiten
(v)
(personne)
|
aient exclu
aies exclu
exclus
|
buitengesloten
sluit buiten
sluiten buiten
sloten buiten
sloot buiten
|
exclure
(v)
(personne)
|
uitstoten
(v)
(personne)
|
aient exclu
aies exclu
exclus
|
uitgestoten
stoten uit
stoot uit
stieten uit
stiet uit
|
exclure
(v)
(groupe)
|
uitsluiten
(v)
(groupe)
|
aient exclu
aies exclu
exclus
|
uitgesloten
sluit uit
sluiten uit
sloten uit
sloot uit
|
exclure
(v)
(prévention)
|
voorkomen
(n)
(v)
(prévention)
|
aient exclu
aies exclu
exclus
|
voorkomen
voorkomt
voorkomen
voorkwam
voorkwamen
|
exclure
(v)
(personne)
|
uitsluiten
(v)
(personne)
|
aient exclu
aies exclu
exclus
|
uitgesloten
sluit uit
sluiten uit
sloten uit
sloot uit
|
exclure
(v)
(possibilité)
|
uitsluiten
(v)
(possibilité)
|
aient exclu
aies exclu
exclus
|
uitgesloten
sluit uit
sluiten uit
sloten uit
sloot uit
|
exclure
(v)
(général)
|
uitstoten
(v)
(général)
|
aient exclu
aies exclu
exclus
|
uitgestoten
stoten uit
stoot uit
stieten uit
stiet uit
|
exclure
(v)
(général)
|
uitzonderen
(v)
(général)
|
aient exclu
aies exclu
exclus
|
uitgezonderd
zonderen uit
zondert uit
zonderde uit
zonderden uit
|
exclure
(v)
(groupe)
|
buitensluiten
(v)
(groupe)
|
aient exclu
aies exclu
exclus
|
buitengesloten
sluit buiten
sluiten buiten
sloten buiten
sloot buiten
|
exclure
(v)
(groupe)
|
uitstoten
(v)
(groupe)
|
aient exclu
aies exclu
exclus
|
uitgestoten
stoten uit
stoot uit
stieten uit
stiet uit
|
exclure
(v)
(général)
|
uitsluiten
(v)
(général)
|
aient exclu
aies exclu
exclus
|
uitgesloten
sluit uit
sluiten uit
sloten uit
sloot uit
|
exclure
(v)
(possibilité)
|
elimineren
(v)
(possibilité)
|
aient exclu
aies exclu
exclus
|
geëlimineerd
elimineert
elimineren
elimineerden
elimineerde
|
exclure
(v)
(général)
|
buitensluiten
(v)
(général)
|
aient exclu
aies exclu
exclus
|
buitengesloten
sluit buiten
sluiten buiten
sloten buiten
sloot buiten
|