exciter
(v)
(colère)
|
versterken
(v)
(colère)
|
aient excité
aies excité
excite
|
versterkt
versterken
versterkt
versterkte
versterkten
|
exciter
(v)
(sentiments)
|
aanstoken
(v)
(sentiments)
|
aient excité
aies excité
excite
|
aangestookt
stookt aan
stoken aan
stookte aan
stookten aan
|
exciter
(v)
(personne)
|
ophitsen
(v)
(personne)
|
aient excité
aies excité
excite
|
opgehitst
hitst op
hitsen op
hitste op
hitsten op
|
exciter
(v)
(sentiments)
|
aanwakkeren
(v)
(sentiments)
|
aient excité
aies excité
excite
|
aangewakkerd
wakkert aan
wakkeren aan
wakkerden aan
wakkerde aan
|
exciter
(v)
(attention)
|
prikkelen
(v)
(attention)
|
aient excité
aies excité
excite
|
geprikkeld
prikkelt
prikkelen
prikkelden
prikkelde
|
exciter
(v)
(chien)
|
treiteren
(v)
(chien)
|
aient excité
aies excité
excite
|
getreiterd
treiteren
treitert
treiterde
treiterden
|
exciter
(v)
(personne)
|
opwekken
(n)
(v)
(personne)
|
aient excité
aies excité
excite
|
opgewekt
wekken op
wekt op
wekte op
wekten op
|
exciter
(v)
(sentiments)
|
opwinden
(v)
(sentiments)
|
aient excité
aies excité
excite
|
opgewonden
windt op
winden op
wonden op
wond op
|
exciter
(v)
(attention)
|
stimuleren
(v)
(attention)
|
aient excité
aies excité
excite
|
gestimuleerd
stimuleert
stimuleren
stimuleerde
stimuleerden
|
exciter
(v)
(colère)
|
aanvuren
(v)
(colère)
|
aient excité
aies excité
excite
|
aangevuurd
vuurt aan
vuren aan
vuurden aan
vuurde aan
|
exciter
(v)
(sentiments)
|
opstoken
(v)
(sentiments)
|
aient excité
aies excité
excite
|
opgestookt
stookt op
stoken op
stookten op
stookte op
|
exciter
(v)
(personne)
|
aanstoken
(v)
(personne)
|
aient excité
aies excité
excite
|
aangestookt
stookt aan
stoken aan
stookte aan
stookten aan
|
exciter
(v)
(sentiments)
|
prikkelen
(v)
(sentiments)
|
aient excité
aies excité
excite
|
geprikkeld
prikkelt
prikkelen
prikkelden
prikkelde
|
exciter
(v)
(attention)
|
trekken
(n)
(v)
(attention)
|
aient excité
aies excité
excite
|
getrokken
trekken
trekt
trokken
trok
|
exciter
(v)
(chien)
|
sarren
(v)
(chien)
|
aient excité
aies excité
excite
|
gesard
sarren
sart
sarde
sarden
|
exciter
(v)
(sentiments)
|
aanzetten
(v)
(sentiments)
|
aient excité
aies excité
excite
|
aangezet
zetten aan
zet aan
zette aan
zetten aan
|
exciter
(v)
(personne)
|
aanzetten
(v)
(personne)
|
aient excité
aies excité
excite
|
aangezet
zetten aan
zet aan
zette aan
zetten aan
|
exciter
(v)
(attention)
|
aanwakkeren
(v)
(attention)
|
aient excité
aies excité
excite
|
aangewakkerd
wakkert aan
wakkeren aan
wakkerden aan
wakkerde aan
|
exciter
(v)
(attention)
|
opwinden
(v)
(attention)
|
aient excité
aies excité
excite
|
opgewonden
windt op
winden op
wonden op
wond op
|
exciter
(v)
(personne)
|
opstoken
(v)
(personne)
|
aient excité
aies excité
excite
|
opgestookt
stookt op
stoken op
stookten op
stookte op
|
exciter
(v)
(personne)
|
aansporen
(v)
(personne)
|
aient excité
aies excité
excite
|
aangespoord
spoort aan
sporen aan
spoorde aan
spoorden aan
|
exciter
(v)
(sentiments)
|
opwekken
(n)
(v)
(sentiments)
|
aient excité
aies excité
excite
|
opgewekt
wekken op
wekt op
wekte op
wekten op
|
exciter
(v)
(attention)
|
wekken
(v)
(attention)
|
aient excité
aies excité
excite
|
gewekt
wekken
wekt
wekte
wekten
|
exciter
(v)
(chien)
|
tergen
(v)
(chien)
|
aient excité
aies excité
excite
|
getergd
tergt
tergen
tergde
tergden
|
exciter
(v)
(sentiments)
|
ophitsen
(v)
(sentiments)
|
aient excité
aies excité
excite
|
opgehitst
hitst op
hitsen op
hitste op
hitsten op
|
exciter
(v)
(personne)
|
aanwakkeren
(v)
(personne)
|
aient excité
aies excité
excite
|
aangewakkerd
wakkert aan
wakkeren aan
wakkerden aan
wakkerde aan
|
exciter
(v)
(sentiments)
|
wekken
(v)
(sentiments)
|
aient excité
aies excité
excite
|
gewekt
wekken
wekt
wekte
wekten
|
exciter
(v)
(attention)
|
opwekken
(n)
(v)
(attention)
|
aient excité
aies excité
excite
|
opgewekt
wekken op
wekt op
wekte op
wekten op
|
exciter
(v)
(chien)
|
plagen
(v)
(chien)
|
aient excité
aies excité
excite
|
geplaagd
plaagt
plagen
plaagden
plaagde
|
exciter
(v)
(personne)
|
stimuleren
(v)
(personne)
|
aient excité
aies excité
excite
|
gestimuleerd
stimuleert
stimuleren
stimuleerde
stimuleerden
|
exciter
(v)
(sentiments)
|
stimuleren
(v)
(sentiments)
|
aient excité
aies excité
excite
|
gestimuleerd
stimuleert
stimuleren
stimuleerde
stimuleerden
|
exciter
(v)
(sentiments)
|
trekken
(n)
(v)
(sentiments)
|
aient excité
aies excité
excite
|
getrokken
trekken
trekt
trokken
trok
|