engager
(v)
(bijouterie)
|
belenen
(v)
(bijouterie)
|
aient engagé
aies engagé
engage
|
beleend
beleent
belenen
beleenden
beleende
|
engager
(v)
(emploi)
|
tewerkstellen
(v)
(emploi)
|
aient engagé
aies engagé
engage
|
tewerkgesteld
stellen tewerk
stelt tewerk
stelde tewerk
stelden tewerk
|
engager
(v)
(commencer)
|
beginnen
(v)
(commencer)
|
aient engagé
aies engagé
engage
|
begonnen
begint
beginnen
begonnen
begon
|
engager
(v)
(commencement)
|
in werking stellen
(v)
(commencement)
|
engager
(v)
(discussion)
|
aanvangen
(v)
(discussion)
|
aient engagé
aies engagé
engage
|
aangevangen
vangt aan
vangen aan
vingen aan
ving aan
|
engager
(v)
(militaire)
|
in dienst nemen
(v)
(militaire)
|
engager
(v)
(emploi)
|
in dienst nemen
(v)
(emploi)
|
engager
(v)
(commencer)
|
op gang brengen
(v)
(commencer)
|
engager
(v)
(commencement)
|
starten
(v)
(commencement)
|
aient engagé
aies engagé
engage
|
gestart
starten
start
startte
startten
|
engager
(v)
(travail)
|
inschrijven
(v)
(travail)
|
aient engagé
aies engagé
engage
|
ingeschreven
schrijft in
schrijven in
schreef in
schreven in
|
engager
(v)
(commencer)
|
openen
(v)
(commencer)
|
aient engagé
aies engagé
engage
|
geöpend
opent
openen
openden
opende
|
engager
(v)
(discussion)
|
beginnen
(v)
(discussion)
|
aient engagé
aies engagé
engage
|
begonnen
begint
beginnen
begonnen
begon
|
engager
(v)
(bijouterie)
|
verpanden
(v)
(bijouterie)
|
aient engagé
aies engagé
engage
|
verpand
verpanden
verpandt
verpandde
verpandden
|
engager
(v)
(commencement)
|
het initiatief nemen tot
(v)
(commencement)
|
engager
(v)
(commencement)
|
beginnen
(v)
(commencement)
|
aient engagé
aies engagé
engage
|
begonnen
begint
beginnen
begonnen
begon
|
engager
(v)
(emploi)
|
aannemen
(v)
(emploi)
|
aient engagé
aies engagé
engage
|
aangenomen
neemt aan
nemen aan
nam aan
namen aan
|