diviser
(v)
(classification)
|
schikken
(v)
(classification)
|
aient divisé
aies divisé
divise
|
geschikt
schikt
schikken
schikte
schikten
|
diviser
(v)
(part)
|
verdelen
(v)
(part)
|
aient divisé
aies divisé
divise
|
verdeeld
verdeelt
verdelen
verdeelde
verdeelden
|
diviser
(v)
(géométrie)
|
verdelen
(v)
(géométrie)
|
aient divisé
aies divisé
divise
|
verdeeld
verdeelt
verdelen
verdeelde
verdeelden
|
diviser
(v)
(mathématiques)
|
uiteen doen vallen
(v)
(mathématiques)
|
diviser
(v)
(opinion)
|
in tweeën splijten
(v)
(opinion)
|
diviser
(v)
(part)
|
indelen
(v)
(part)
|
aient divisé
aies divisé
divise
|
ingedeeld
delen in
deelt in
deelde in
deelden in
|
diviser
(v)
(part)
|
een breuk veroorzaken tussen
(v)
(part)
|
diviser
(v)
(géométrie)
|
halveren
(v)
(géométrie)
|
aient divisé
aies divisé
divise
|
gehalveerd
halveert
halveren
halveerde
halveerden
|
diviser
(v)
(organisation)
|
een breuk veroorzaken tussen
(v)
(organisation)
|
diviser
(v)
(classification)
|
rangschikken
(v)
(classification)
|
aient divisé
aies divisé
divise
|
gerangschikt
rangschikken
rangschikt
rangschikten
rangschikte
|
diviser
(v)
(classification)
|
delen
(v)
(classification)
|
aient divisé
aies divisé
divise
|
gedeeld
delen
deelt
deelden
deelde
|
diviser
(v)
(organisation)
|
delen
(v)
(organisation)
|
aient divisé
aies divisé
divise
|
gedeeld
delen
deelt
deelden
deelde
|
diviser
(v)
(part)
|
halveren
(v)
(part)
|
aient divisé
aies divisé
divise
|
gehalveerd
halveert
halveren
halveerde
halveerden
|
diviser
(v)
(opinion)
|
polariseren
(v)
(opinion)
|
aient divisé
aies divisé
divise
|
gepolariseerd
polariseren
polariseert
polariseerden
polariseerde
|
diviser
(v)
(classification)
|
indelen
(v)
(classification)
|
aient divisé
aies divisé
divise
|
ingedeeld
delen in
deelt in
deelde in
deelden in
|
diviser
(v)
(part)
|
uiteen doen vallen
(v)
(part)
|
diviser
(v)
(géométrie)
|
een breuk veroorzaken tussen
(v)
(géométrie)
|
diviser
(v)
(organisation)
|
verdelen
(v)
(organisation)
|
aient divisé
aies divisé
divise
|
verdeeld
verdeelt
verdelen
verdeelde
verdeelden
|
diviser
(v)
(classification)
|
klasseren
(v)
(classification)
|
aient divisé
aies divisé
divise
|
geklasseerd
klasseren
klasseert
klasseerde
klasseerden
|
diviser
(v)
(classification)
|
verdelen
(v)
(classification)
|
aient divisé
aies divisé
divise
|
verdeeld
verdeelt
verdelen
verdeelde
verdeelden
|
diviser
(v)
(géométrie)
|
delen
(v)
(géométrie)
|
aient divisé
aies divisé
divise
|
gedeeld
delen
deelt
deelden
deelde
|
diviser
(v)
(organisation)
|
halveren
(v)
(organisation)
|
aient divisé
aies divisé
divise
|
gehalveerd
halveert
halveren
halveerde
halveerden
|
diviser
(v)
(organisation)
|
uiteen doen vallen
(v)
(organisation)
|
diviser
(v)
(classification)
|
classificeren
(v)
(classification)
|
aient divisé
aies divisé
divise
|
geclassificeerd
classificeert
classificeren
classificeerde
classificeerden
|
diviser
(v)
(mathématiques)
|
delen
(v)
(mathématiques)
|
aient divisé
aies divisé
divise
|
gedeeld
delen
deelt
deelden
deelde
|
diviser
(v)
(géométrie)
|
uiteen doen vallen
(v)
(géométrie)
|
diviser
(v)
(mathématiques)
|
een breuk veroorzaken tussen
(v)
(mathématiques)
|
diviser
(v)
(classification)
|
ordenen
(v)
(classification)
|
aient divisé
aies divisé
divise
|
geördend
ordenen
ordent
ordenden
ordende
|
diviser
(v)
(part)
|
delen
(v)
(part)
|
aient divisé
aies divisé
divise
|
gedeeld
delen
deelt
deelden
deelde
|
diviser
(v)
(mathématiques)
|
verdelen
(v)
(mathématiques)
|
aient divisé
aies divisé
divise
|
verdeeld
verdeelt
verdelen
verdeelde
verdeelden
|
diviser
(v)
(mathématiques)
|
halveren
(v)
(mathématiques)
|
aient divisé
aies divisé
divise
|
gehalveerd
halveert
halveren
halveerde
halveerden
|
diviser
(v)
(opinion)
|
doen uiteenvallen
(v)
(opinion)
|