Disposer — Français Néerlandais traduction7 traductions trouvé

disposer (v) (arrangement) klaarzetten (v) (arrangement)
disposer (v) (arrangement) rangschikken (v) (arrangement)
disposer (v) (étaler) ten toon spreiden (v) (étaler)
disposer (v) (arrangement) ordenen (v) (arrangement)
disposer (v) (jardin) aanleggen (v) (jardin)
disposer (v) (étaler) uitspreiden (v) (étaler)
disposer (v) (arrangement) schikken (v) (arrangement)
Disposer exemples11 exemples trouvés
disposer de beschikking hebben over
disposer de disponeren over
disposer de beschikken over
disposer de van de hand doen
disposer de wegdoen
disposer de uit de weg ruimen
disposer de kwijtraken
disposer par testament bij testament vermaken
disposer par testament bij testament nalaten
prédisposer vatbaar maken
prédisposer predisponeren
Traduire Disposer en d'autres langues
Traduire disposer en Anglais
Traduire disposer en Allemand
Traduire disposer en Italien
Traduire disposer en Espagnol
Traduire disposer en Portugais
Traduire disposer en Slovène
Traduire disposer en Polonais
Traduire disposer en Tchèque