Convenable — Français Néerlandais traduction99 traductions trouvé

convenable (a) (conduite) behoorlijk (a) (conduite)
convenable (a) (conduite) geschikt (a) (conduite)
convenable (a) (situation) aangewezen (a) (situation)
convenable (a) (apparence) achtenswaardig (a) (apparence)
convenable (a) (but) behoorlijk (a) (but)
convenable (a) (bon) aanvaardbaar (a) (bon)
convenable (a) (but) juist (a) (but)
convenable (a) (correct) juist (a) (correct)
convenable (a) (bienséant) achtenswaardig (a) (bienséant)
convenable (a) (conduite) bevallig (a) (conduite)
convenable (a) (traitement) menswaardig (a) (traitement)
convenable (a) (conduite) respectabel (a) (conduite)
convenable (a) (conduite) welgemanierd (a) (conduite)
convenable (a) (possible) acceptabel (a) (possible)
convenable (a) (bienséant) fatsoenlijk (a) (bienséant)
convenable (a) (bienséant) netjes (a) (bienséant)
convenable (a) (bienséant) geschikt (a) (bienséant)
convenable (a) (conduite) aangewezen (a) (conduite)
convenable (a) (situation) geschikt (a) (situation)
convenable (a) (bienséant) correct (a) (bienséant)
convenable (a) (apparence) netjes (a) (apparence)
convenable (a) (apparence) bevallig (a) (apparence)
convenable (a) (conduite) correct (a) (conduite)
convenable (a) (personne) welgemanierd (a) (personne)
convenable (a) (bienséant) bevallig (a) (bienséant)
convenable (a) (personne) voortreffelijk (a) (personne)
convenable (a) (conduite) fatsoenlijk (a) (conduite)
convenable (a) (personne) betamelijk (a) (personne)
convenable (a) (approprié) juist (a) (approprié)
convenable (a) (conduite) juist (a) (conduite)
convenable (a) (but) toepasselijk (a) (but)
convenable (a) (apparence) respectabel (a) (apparence)
convenable (a) (but) betamelijk (a) (but)
convenable (a) (bon) acceptabel (a) (bon)
convenable (a) (situation) juist (a) (situation)
convenable (a) (approprié) passend (a) (approprié)
convenable (a) (bienséant) respectabel (a) (bienséant)
convenable (a) (conduite) goed staand (a) (conduite)
convenable (a) (approprié) geschikt (a) (approprié)
convenable (a) (apparence) betamelijk (a) (apparence)
convenable (a) (bienséant) welvoeglijk (a) (bienséant)
convenable (a) (possible) behoorlijk (a) (possible)
convenable (a) (personne) fatsoenlijk (a) (personne)
convenable (a) (bienséant) welgemanierd (a) (bienséant)
convenable (a) (but) welvoeglijk (a) (but)
convenable (a) (conduite) toepasselijk (a) (conduite)
convenable (a) (situation) passend (a) (situation)
convenable (a) (but) goed staand (a) (but)
convenable (a) (situation) gepast (a) (situation)
convenable (a) (personne) bevallig (a) (personne)
convenable (a) (général) geschikt (a) (général)
convenable (a) (apparence) voortreffelijk (a) (apparence)
convenable (a) (approprié) gepast (a) (approprié)
convenable (a) (but) correct (a) (but)
convenable (a) (apparence) fatsoenlijk (a) (apparence)
convenable (a) (conduite) achtbaar (a) (conduite)
convenable (a) (conduite) betamelijk (a) (conduite)
convenable (a) (bon) behoorlijk (a) (bon)
convenable (a) (but) aangewezen (a) (but)
convenable (a) (personne) achtenswaardig (a) (personne)
convenable (a) (approprié) toepasselijk (a) (approprié)
convenable (a) (bon) redelijk (a) (bon)
convenable (a) (but) passend (a) (but)
convenable (a) (approprié) aangewezen (a) (approprié)
convenable (a) (apparence) achtbaar (a) (apparence)
convenable (a) (bienséant) betamelijk (a) (bienséant)
convenable (a) (correct) passend (a) (correct)
convenable (a) (personne) achtbaar (a) (personne)
convenable (a) (bienséant) voortreffelijk (a) (bienséant)
convenable (a) (possible) redelijk (a) (possible)
convenable (a) (situation) fatsoenlijk (a) (situation)
convenable (a) (conduite) voortreffelijk (a) (conduite)
convenable (a) (bienséant) passend (a) (bienséant)
convenable (a) (but) gepast (a) (but)
convenable (a) (situation) toepasselijk (a) (situation)
convenable (a) (but) bevallig (a) (but)
convenable (a) (but) fatsoenlijk (a) (but)
convenable (a) (personne) goed staand (a) (personne)
convenable (a) (général) passend (a) (général)
convenable (a) (apparence) welvoeglijk (a) (apparence)
convenable (a) (approprié) fatsoenlijk (a) (approprié)
convenable (a) (correct) correct (a) (correct)
convenable (a) (conduite) achtenswaardig (a) (conduite)
convenable (a) (conduite) netjes (a) (conduite)
convenable (a) (possible) aanvaardbaar (a) (possible)
convenable (a) (personne) respectabel (a) (personne)
convenable (a) (bienséant) achtbaar (a) (bienséant)
convenable (a) (bienséant) juist (a) (bienséant)
convenable (a) (conduite) passend (a) (conduite)
convenable (a) (but) geschikt (a) (but)
convenable (a) (bienséant) behoorlijk (a) (bienséant)
convenable (a) (apparence) welgemanierd (a) (apparence)
convenable (a) (apparence) goed staand (a) (apparence)
convenable (a) (correct) geschikt (a) (correct)
convenable (a) (personne) netjes (a) (personne)
convenable (a) (bienséant) goed staand (a) (bienséant)
convenable (a) (personne) welvoeglijk (a) (personne)
convenable (a) (conduite) gepast (a) (conduite)
convenable (a) (conduite) welvoeglijk (a) (conduite)
Convenable exemples4 exemples trouvés
peu convenable onfatsoenlijk
peu convenable onbetamelijk
peu convenable onwelvoeglijk
peu convenable ongepast
Traduire Convenable en d'autres langues
Traduire convenable en Anglais
Traduire convenable en Allemand
Traduire convenable en Italien
Traduire convenable en Espagnol
Traduire convenable en Portugais
Traduire convenable en Slovène
Traduire convenable en Polonais
Traduire convenable en Tchèque