Contraire — Français Néerlandais traduction40 traductions trouvé

contraire (m) (n) (différence) tegendeel (n) (n) (différence)
contraire (m) (n) (différence) omgekeerde (n) (n) (différence)
contraire (m) (n) (différence) tegenovergestelde (n) (n) (différence)
contraire (m) (n) (différence) tegengestelde (n) (n) (différence)
contraire (m) (a) (force) tegen- (a) (force)
contraire (m) (a) (contraste) tegengesteld (a) (contraste)
contraire (m) (a) (conduite) tegengesteld (a) (conduite)
contraire (m) (a) (contradictoire) tegengesteld (a) (contradictoire)
contraire (m) (a) (conduite) weerbarstig (a) (conduite)
contraire (m) (a) (opposé) niet sympatiek (a) (opposé)
contraire (m) (a) (différent) tegenovergesteld (a) (différent)
contraire (m) (a) (opposé) avers (a) (opposé)
contraire (m) (a) (différent) strijdig (a) (différent)
contraire (m) (a) (opposé) tegenstrijdig (a) (opposé)
contraire (m) (a) (contradictoire) tegenstrijdig (a) (contradictoire)
contraire (m) (a) (contraste) tegenovergesteld (a) (contraste)
contraire (m) (a) (différent) weerspannig (a) (différent)
contraire (m) (a) (opposé) afkerig (a) (opposé)
contraire (m) (a) (conduite) weerspannig (a) (conduite)
contraire (m) (a) (opposé) niet sympathiek (a) (opposé)
contraire (m) (a) (différent) weerbarstig (a) (différent)
contraire (m) (a) (condition) onvoordelig (a) (condition)
contraire (m) (a) (différent) tegengesteld (a) (différent)
contraire (m) (a) (opposé) in tegenspraak (a) (opposé)
contraire (m) (a) (contradictoire) in tegenspraak (a) (contradictoire)
contraire (m) (a) (opposé) tegenwerkend (a) (opposé)
contraire (m) (a) (conduite) botsend (a) (conduite)
contraire (m) (a) (condition) ongunstig (a) (condition)
contraire (m) (a) (opposé) antipatiek (a) (opposé)
contraire (m) (a) (différent) tegendraads (a) (différent)
contraire (m) (a) (condition) nadelig (a) (condition)
contraire (m) (a) (conduite) tegenovergesteld (a) (conduite)
contraire (m) (a) (contradictoire) tegenwerkend (a) (contradictoire)
contraire (m) (a) (conduite) tegendraads (a) (conduite)
contraire (m) (a) (force) tegenwerkend (a) (force)
contraire (m) (a) (conduite) strijdig (a) (conduite)
contraire (m) (a) (opposé) tegengesteld (a) (opposé)
contraire (m) (a) (opposé) afwijzend (a) (opposé)
contraire (m) (a) (différent) botsend (a) (différent)
contraire (m) (a) (opposé) antipathiek (a) (opposé)
Contraire exemples12 exemples trouvés
sauf avis contraire behoudens tegenbericht
au contraire daarentegen
au contraire integendeel
avis contraire tegenbericht
contraire au code professionnel niet professioneel
contraire à strijdig met
contraire à niet strokend met
contraire à onverenigbaar met
contraire à strijdig met
à effet contraire met averechtse uitwerking
être contraire à indruisen tegen
être contraire à in strijd zijn met
Traduire Contraire en d'autres langues
Traduire contraire en Anglais
Traduire contraire en Allemand
Traduire contraire en Italien
Traduire contraire en Espagnol
Traduire contraire en Portugais
Traduire contraire en Slovène
Traduire contraire en Polonais
Traduire contraire en Tchèque