contenter
(v)
(général)
|
bevallen
(v)
(général)
|
aient contenté
aies contenté
contente
|
bevallen
bevalt
bevallen
beviel
bevielen
|
contenter
(v)
(général)
|
stillen
(v)
(général)
|
aient contenté
aies contenté
contente
|
gestild
stilt
stillen
stilde
stilden
|
contenter
(v)
(désir)
|
stillen
(v)
(désir)
|
aient contenté
aies contenté
contente
|
gestild
stilt
stillen
stilde
stilden
|
contenter
(v)
(satisfaction)
|
bevallen
(v)
(satisfaction)
|
aient contenté
aies contenté
contente
|
bevallen
bevalt
bevallen
beviel
bevielen
|
contenter
(v)
(général)
|
tevredenstellen
(v)
(général)
|
aient contenté
aies contenté
contente
|
tevredengesteld
stelt tevreden
stellen tevreden
stelden tevreden
stelde tevreden
|
contenter
(v)
(désir)
|
tevreden stemmen
(v)
(désir)
|
contenter
(v)
(plaire)
|
tevredenstellen
(v)
(plaire)
|
aient contenté
aies contenté
contente
|
tevredengesteld
stelt tevreden
stellen tevreden
stelden tevreden
stelde tevreden
|
contenter
(v)
(satisfaction)
|
genoegen schenken
(v)
(satisfaction)
|
contenter
(v)
(plaire)
|
tevreden stemmen
(v)
(plaire)
|
contenter
(v)
(satisfaction)
|
tevredenstellen
(v)
(satisfaction)
|
aient contenté
aies contenté
contente
|
tevredengesteld
stelt tevreden
stellen tevreden
stelden tevreden
stelde tevreden
|
contenter
(v)
(désir)
|
verzadigen
(v)
(désir)
|
aient contenté
aies contenté
contente
|
verzadigd
verzadigt
verzadigen
verzadigde
verzadigden
|
contenter
(v)
(général)
|
genoegen schenken
(v)
(général)
|
contenter
(v)
(plaire)
|
bevallen
(v)
(plaire)
|
aient contenté
aies contenté
contente
|
bevallen
bevalt
bevallen
beviel
bevielen
|
contenter
(v)
(général)
|
behagen
(v)
(général)
|
aient contenté
aies contenté
contente
|
behaagd
behaagt
behagen
behaagde
behaagden
|
contenter
(v)
(général)
|
verzadigen
(v)
(général)
|
aient contenté
aies contenté
contente
|
verzadigd
verzadigt
verzadigen
verzadigde
verzadigden
|
contenter
(v)
(satisfaction)
|
aanstaan
(v)
(satisfaction)
|
aient contenté
aies contenté
contente
|
aangestaan
staan aan
staat aan
stond aan
stonden aan
|
contenter
(v)
(plaire)
|
genoegen schenken
(v)
(plaire)
|
contenter
(v)
(satisfaction)
|
behagen
(v)
(satisfaction)
|
aient contenté
aies contenté
contente
|
behaagd
behaagt
behagen
behaagde
behaagden
|
contenter
(v)
(désir)
|
genoegen schenken
(v)
(désir)
|
contenter
(v)
(désir)
|
bevredigen
(v)
(désir)
|
aient contenté
aies contenté
contente
|
bevredigd
bevredigen
bevredigt
bevredigden
bevredigde
|
contenter
(v)
(satisfaction)
|
plezieren
(v)
(satisfaction)
|
aient contenté
aies contenté
contente
|
geplezierd
pleziert
plezieren
plezierden
plezierde
|
contenter
(v)
(général)
|
plezieren
(v)
(général)
|
aient contenté
aies contenté
contente
|
geplezierd
pleziert
plezieren
plezierden
plezierde
|
contenter
(v)
(général)
|
bevredigen
(v)
(général)
|
aient contenté
aies contenté
contente
|
bevredigd
bevredigen
bevredigt
bevredigden
bevredigde
|
contenter
(v)
(plaire)
|
behagen
(v)
(plaire)
|
aient contenté
aies contenté
contente
|
behaagd
behaagt
behagen
behaagde
behaagden
|
contenter
(v)
(plaire)
|
aanstaan
(v)
(plaire)
|
aient contenté
aies contenté
contente
|
aangestaan
staan aan
staat aan
stond aan
stonden aan
|
contenter
(v)
(général)
|
aanstaan
(v)
(général)
|
aient contenté
aies contenté
contente
|
aangestaan
staan aan
staat aan
stond aan
stonden aan
|
contenter
(v)
(général)
|
tevreden stemmen
(v)
(général)
|
contenter
(v)
(plaire)
|
plezieren
(v)
(plaire)
|
aient contenté
aies contenté
contente
|
geplezierd
pleziert
plezieren
plezierden
plezierde
|
contenter
(v)
(satisfaction)
|
tevreden stemmen
(v)
(satisfaction)
|