Conduire — traduction Français Néerlandais. Traduire Conduire en Néerlandais

conduire (v) (guider)	voeren (v) (guider)
aient conduit aies conduit conduis	gevoerd voert voeren voerden voerde
conduire (v) (personne)	administreren (v) (personne)
aient conduit aies conduit conduis	geadministreerd administreren administreert administreerde administreerden
conduire (v) (compagnie)	leiden (n) (v) (compagnie)
aient conduit aies conduit conduis	geleid leidt leiden leidde leidden
conduire (v) (personne)	gidsen (v) (personne)
aient conduit aies conduit conduis	gegidst gidst gidsen gidste gidsten
conduire (v) (véhicules)	manoeuvreren (v) (véhicules)
aient conduit aies conduit conduis	gemanoeuvreerd manoeuvreert manoeuvreren manoeuvreerde manoeuvreerden
conduire (v) (guider)	leiden (n) (v) (guider)
aient conduit aies conduit conduis	geleid leidt leiden leidde leidden
conduire (v) (compagnie)	administreren (v) (compagnie)
aient conduit aies conduit conduis	geadministreerd administreren administreert administreerde administreerden
conduire (v) (véhicules)	rijden (v) (véhicules)
aient conduit aies conduit conduis	gereden rijdt rijden reed reden
conduire (v) (guider)	runnen (v) (guider)
aient conduit aies conduit conduis	gerund runnen runt runden runde
conduire (v) (personne)	begeleiden (v) (personne)
aient conduit aies conduit conduis	begeleid begeleidt begeleiden begeleidden begeleidde
conduire (v) (personne)	runnen (v) (personne)
aient conduit aies conduit conduis	gerund runnen runt runden runde
conduire (v) (compagnie)	besturen (v) (compagnie)
aient conduit aies conduit conduis	bestuurd besturen bestuurt bestuurde bestuurden
conduire (v) (compagnie)	voeren (v) (compagnie)
aient conduit aies conduit conduis	gevoerd voert voeren voerden voerde
conduire (v) (guider)	gidsen (v) (guider)
aient conduit aies conduit conduis	gegidst gidst gidsen gidste gidsten
conduire (v) (guider)	administreren (v) (guider)
aient conduit aies conduit conduis	geadministreerd administreren administreert administreerde administreerden
conduire (v) (véhicules)	autorijden (n) (v) (véhicules)
aient conduit aies conduit conduis	autogereden rijden auto rijdt auto reden auto reed auto
conduire (v) (guider)	besturen (v) (guider)
aient conduit aies conduit conduis	bestuurd besturen bestuurt bestuurde bestuurden
conduire (v) (guider)	begeleiden (v) (guider)
aient conduit aies conduit conduis	begeleid begeleidt begeleiden begeleidden begeleidde
conduire (v) (personne)	besturen (v) (personne)
aient conduit aies conduit conduis	bestuurd besturen bestuurt bestuurde bestuurden
conduire (v) (compagnie)	beheren (v) (compagnie)
aient conduit aies conduit conduis	beheerd beheren beheert beheerde beheerden
conduire (v) (situation)	aanpakken (v) (situation)
aient conduit aies conduit conduis	aangepakt pakt aan pakken aan pakten aan pakte aan
conduire (v) (personne)	voeren (v) (personne)
aient conduit aies conduit conduis	gevoerd voert voeren voerden voerde
conduire (v) (compagnie)	begeleiden (v) (compagnie)
aient conduit aies conduit conduis	begeleid begeleidt begeleiden begeleidden begeleidde
conduire (v) (personne)	leiden (n) (v) (personne)
aient conduit aies conduit conduis	geleid leidt leiden leidde leidden
conduire (v) (véhicules)	chaufferen (v) (véhicules)
aient conduit aies conduit conduis	gechauffeerd chaufferen chauffeert chauffeerden chauffeerde
conduire (v) (compagnie)	gidsen (v) (compagnie)
aient conduit aies conduit conduis	gegidst gidst gidsen gidste gidsten
conduire (v) (véhicules)	sturen (v) (véhicules)
aient conduit aies conduit conduis	gestuurd stuurt sturen stuurde stuurden
conduire (v) (personne)	beheren (v) (personne)
aient conduit aies conduit conduis	beheerd beheren beheert beheerde beheerden
conduire (v) (compagnie)	runnen (v) (compagnie)
aient conduit aies conduit conduis	gerund runnen runt runden runde
conduire (v) (véhicules)	besturen (v) (véhicules)
aient conduit aies conduit conduis	bestuurd besturen bestuurt bestuurde bestuurden
conduire (v) (guider)	beheren (v) (guider)
aient conduit aies conduit conduis	beheerd beheren beheert beheerde beheerden

Conduire exemples18 exemples trouvés

bien se conduire	zich goed gedragen
conduire trop vite	met razende snelheid rijden
conduire trop vite	in razende vaart rijden
conduire trop vite	de maximum snelheid overschrijden
conduire trop vite	te snel rijden
conduire trop vite	razen
conduire trop vite	scheuren
conduire trop vite	in tomeloze vaart rijden
conduire une voiture	chaufferen
conduire une voiture	besturen
conduire une voiture	rijden
conduire une voiture	autorijden
conduire à l'aviron	roeien
mal se conduire	zich slecht gedragen
mal se conduire	zich misdragen
permis de conduire	rijbewijs
se conduire mal	zich slecht gedragen
se conduire mal	zich misdragen

Traduire Conduire en d'autres langues

— Traduire conduire en Anglais

— Traduire conduire en Allemand

— Traduire conduire en Italien

— Traduire conduire en Espagnol

— Traduire conduire en Portugais

— Traduire conduire en Slovène

— Traduire conduire en Polonais

— Traduire conduire en Tchèque

Conduire — Français Néerlandais traduction31 de traduction