Concourir — traduction Français Néerlandais. Traduire Concourir en Néerlandais

concourir (v) (concurrence)	meedingen (v) (concurrence)
aient concouru aies concouru concours	meegedongen dingt mee dingen mee dongen mee dong mee
concourir (v) (coïncider)	samenvallen (n) (v) (coïncider)
aient concouru aies concouru concours	samengevallen vallen samen vielen samen
concourir (v) (sports)	wedijveren (v) (sports)
aient concouru aies concouru concours	gewedijverd wedijvert wedijveren wedijverden wedijverde
concourir (v) (coïncider)	gelijktijdig plaatshebben (v) (coïncider)
concourir (v) (coïncider)	tegelijk gebeuren (v) (coïncider)
concourir (v) (concurrence)	concurreren (v) (concurrence)
aient concouru aies concouru concours	geconcurreerd concurreren concurreert concurreerden concurreerde
concourir (v) (coïncider)	tegelijkertijd gebeuren (v) (coïncider)
concourir (v) (concurrence)	wedijveren (v) (concurrence)
aient concouru aies concouru concours	gewedijverd wedijvert wedijveren wedijverden wedijverde
concourir (v) (coïncider)	terzelfder tijd gebeuren (v) (coïncider)

Concourir exemples8 exemples trouvés

Traduire Concourir en d'autres langues

Concourir — Français Néerlandais traduction9 traductions trouvé