Commencer — traduction Français Néerlandais. Traduire Commencer en Néerlandais

commencer (v) (entamer)	starten (v) (entamer)
aient commencé aies commencé commence	gestart starten start startte startten
commencer (v) (général)	van start gaan (v) (général)
commencer (v) (discussion)	starten (v) (discussion)
aient commencé aies commencé commence	gestart starten start startte startten
commencer (v) (apparaître)	van start gaan (v) (apparaître)
commencer (v) (apparaître)	aanvangen (v) (apparaître)
aient commencé aies commencé commence	aangevangen vangt aan vangen aan vingen aan ving aan
commencer (v) (général)	starten (v) (général)
aient commencé aies commencé commence	gestart starten start startte startten
commencer (v) (période)	aankondigen (v) (période)
aient commencé aies commencé commence	aangekondigd kondigen aan kondigt aan kondigden aan kondigde aan
commencer (v) (général)	beginnen (v) (général)
aient commencé aies commencé commence	begonnen begint beginnen begonnen begon
commencer (v) (général)	aanvangen (v) (général)
aient commencé aies commencé commence	aangevangen vangt aan vangen aan vingen aan ving aan
commencer (v) (entamer)	aanvangen (v) (entamer)
aient commencé aies commencé commence	aangevangen vangt aan vangen aan vingen aan ving aan
commencer (v) (apparaître)	beginnen (v) (apparaître)
aient commencé aies commencé commence	begonnen begint beginnen begonnen begon
commencer (v) (travail)	aanvangen (v) (travail)
aient commencé aies commencé commence	aangevangen vangt aan vangen aan vingen aan ving aan
commencer (v) (période)	inluiden (v) (période)
aient commencé aies commencé commence	ingeluid luiden in luidt in luidde in luidden in
commencer (v) (discussion)	aanvangen (v) (discussion)
aient commencé aies commencé commence	aangevangen vangt aan vangen aan vingen aan ving aan
commencer (v) (travail)	van start gaan (v) (travail)
commencer (v) (entamer)	van start gaan (v) (entamer)
commencer (v) (apparaître)	starten (v) (apparaître)
aient commencé aies commencé commence	gestart starten start startte startten
commencer (v) (discussion)	beginnen (v) (discussion)
aient commencé aies commencé commence	begonnen begint beginnen begonnen begon
commencer (v) (travail)	starten (v) (travail)
aient commencé aies commencé commence	gestart starten start startte startten
commencer (v) (discussion)	van start gaan (v) (discussion)
commencer (v) (travail)	beginnen (v) (travail)
aient commencé aies commencé commence	begonnen begint beginnen begonnen begon
commencer (v) (entamer)	beginnen (v) (entamer)
aient commencé aies commencé commence	begonnen begint beginnen begonnen begon

Commencer exemples9 exemples trouvés

commencer à	zich inlaten met
commencer à	zich bezighouden met
commencer à	ter hand nemen
commencer à	aanvatten
commencer à avoir des doutes	van idee veranderen
commencer à avoir des doutes	zich bedenken
commencer à faire nuit	donker worden
commencer à faire nuit	schemeren
commencer à manquer de	bijna zonder zitten

Traduire Commencer en d'autres langues

— Traduire commencer en Anglais

— Traduire commencer en Allemand

— Traduire commencer en Italien

— Traduire commencer en Espagnol

— Traduire commencer en Portugais

— Traduire commencer en Slovène

— Traduire commencer en Polonais

— Traduire commencer en Tchèque

Commencer — Français Néerlandais traduction22 traductions trouvé