Combiner — Français Néerlandais traduction12 traductions trouvé

combiner (v) (culinaire) bereiden (v) (culinaire)
combiner (v) (unir) combineren (v) (unir)
combiner (v) (culinaire) brouwen (n) (v) (culinaire)
combiner (v) (plans) uitdenken (v) (plans)
combiner (v) (unir) samenvoegen (v) (unir)
combiner (v) (unir) verenigen (n) (v) (unir)
combiner (v) (plans) bedenken (v) (plans)
combiner (v) (temps) combineren (v) (temps)
combiner (v) (plans) ontwerpen (v) (plans)
combiner (v) (culinaire) samenstellen (v) (culinaire)
combiner (v) (temps) verenigen (n) (v) (temps)
combiner (v) (plans) smeden (v) (plans)
Combiner exemples6 exemples trouvés
combiner avec combineren met
combiner avec verenigen met
se combiner zich verenigen
se combiner samensmelten
se combiner samengroeien
se combiner zich aaneensluiten
Traduire Combiner en d'autres langues
Traduire combiner en Anglais
Traduire combiner en Allemand
Traduire combiner en Italien
Traduire combiner en Espagnol
Traduire combiner en Portugais
Traduire combiner en Slovène
Traduire combiner en Polonais
Traduire combiner en Tchèque