Charge — Français Néerlandais traduction13 traductions trouvé

charge (f) (n) (transport) lading (f) (n) (transport)
charge (f) (n) (politique) opdracht (m) (n) (politique)
charge (f) (n) (responsabilité) last (m) (n) (responsabilité)
charge (f) (n) (transport) druk (m) (n) (transport)
charge (f) (n) (responsabilité) druk (m) (n) (responsabilité)
charge (f) (n) (responsabilité) zorg (m) (n) (responsabilité)
charge (f) (n) (transport) cargo (m) (n) (transport)
charge (f) (n) (transport) last (m) (n) (transport)
charge (f) (n) (responsabilité) hoede (m) (n) (responsabilité)
charge (f) (n) (transport) vracht (m) (n) (transport)
charge (f) (n) (responsabilité) leiding (f) (n) (responsabilité)
charge (f) (n) (poids) belasting (f) (n) (poids)
charge (f) (n) (responsabilité) plicht (m) (n) (responsabilité)
Charge exemples24 exemples trouvés
charge de la preuve bewijslast
charge de travail werkbelasting
charge de travail arbeidslast
décharge vuilnisbelt
décharge stort
décharge stortplaats
décharge elektrische ontlading
décharge ontlading
décharge stroom
décharge vrijstelling
décharge zuivering
décharge gulp
décharge électrique elektrische schok
en charge bevelvoerend
en charge bevelend
en charge hoofd-
en charge leidend
femme de charge huishoudster
navire de charge cargo
navire de charge vrachtschip
personne à charge persoon ten laste
personne à charge afhankelijke
personne à charge persoon ten laste
personne à charge afhankelijke
Traduire Charge en d'autres langues
Traduire charge en Anglais
Traduire charge en Allemand
Traduire charge en Italien
Traduire charge en Espagnol
Traduire charge en Portugais
Traduire charge en Slovène
Traduire charge en Polonais
Traduire charge en Tchèque