Basculer — traduction Français Néerlandais. Traduire Basculer en Néerlandais

basculer (v) (objets)	omsmijten (v) (objets)
aient basculé aies basculé bascule	omgesmeten smijt om smijten om smeten om smeet om
basculer (v) (objets)	schuinzetten (v) (objets)
aient basculé aies basculé bascule	schuingezet zetten schuin zet schuin zette schuin zetten schuin
basculer (v) (objets)	doen overhellen (v) (objets)
basculer (v) (objets)	omsmakken (v) (objets)
aient basculé aies basculé bascule	omgesmakt smakken om smakt om smakten om smakte om
basculer (v) (objets)	aan één kant opheffen (v) (objets)
basculer (v) (objets)	overhellen (v) (objets)
aient basculé aies basculé bascule	overgeheld hellen over helt over helde over helden over
basculer (v) (objets)	omversmijten (v) (objets)
aient basculé aies basculé bascule	omvergesmeten smijt omver smijten omver smeten omver smeet omver
basculer (v) (objets)	omkantelen (v) (objets)
aient basculé aies basculé bascule	omgekanteld kantelen om kantelt om kantelden om kantelde om
basculer (v) (objets)	op zijn kant houden (v) (objets)
basculer (v) (objets)	doen omkantelen (v) (objets)
basculer (v) (objets)	wankelen (v) (objets)
aient basculé aies basculé bascule	gewankeld wankelen wankelt wankelde wankelden
basculer (v) (objets)	omvervallen (v) (objets)
aient basculé aies basculé bascule	omvergevallen valt omver vallen omver viel omver vielen omver
basculer (v) (objets)	omgooien (v) (objets)
aient basculé aies basculé bascule	omgegooid gooit om gooien om gooiden om gooide om
basculer (v) (objets)	kantelen (v) (objets)
aient basculé aies basculé bascule	gekanteld kantelen kantelt kantelden kantelde
basculer (v) (objets)	omvallen (v) (objets)
aient basculé aies basculé bascule	omgevallen vallen om valt om viel om vielen om
basculer (v) (objets)	schuin houden (v) (objets)
basculer (v) (objets)	bijna omvallen (v) (objets)
basculer (v) (objets)	omverwerpen (v) (objets)
aient basculé aies basculé bascule	omvergeworpen werpen omver werpt omver wierp omver wierpen omver
basculer (v) (objets)	omvergooien (v) (objets)
aient basculé aies basculé bascule	omvergegooid gooien omver gooit omver gooiden omver gooide omver
basculer (v) (objets)	doen kantelen (v) (objets)

Basculer exemples15 exemples trouvés

faire basculer	aan één kant opheffen
faire basculer	omvergooien
faire basculer	schuinzetten
faire basculer	doen kantelen
faire basculer	doen overhellen
faire basculer	doen omkantelen
faire basculer	omvallen
faire basculer	omsmijten
faire basculer	omgooien
faire basculer	omkantelen
faire basculer	omversmijten
faire basculer	omvervallen
faire basculer	omsmakken
faire basculer	omverwerpen
faire basculer	kantelen

Traduire Basculer en d'autres langues

— Traduire basculer en Anglais

— Traduire basculer en Allemand

— Traduire basculer en Italien

— Traduire basculer en Espagnol

— Traduire basculer en Portugais

— Traduire basculer en Slovène

— Traduire basculer en Polonais

— Traduire basculer en Tchèque

Basculer — Français Néerlandais traduction20 traductions trouvé