Baisser — Français Néerlandais traduction27 traductions trouvé

baisser (v) (niveau) zakken (n) (v) (niveau)
baisser (v) (direction) neerlaten (v) (direction)
baisser (v) (prix) vallen (n) (v) (prix)
baisser (v) (niveau) terugschroeven (v) (niveau)
baisser (v) (mémoire) vervagen (v) (mémoire)
baisser (v) (prix) dalen (v) (prix)
baisser (v) (prix) afprijzen (v) (prix)
baisser (v) (niveau) verlagen (v) (niveau)
baisser (v) (général) neerslaan (v) (général)
baisser (v) (prix) zakken (n) (v) (prix)
baisser (v) (tomber) afnemen (v) (tomber)
baisser (v) (niveau) afprijzen (v) (niveau)
baisser (v) (lumière) verduisteren (n) (v) (lumière)
baisser (v) (température) vallen (n) (v) (température)
baisser (v) (direction) laten zakken (v) (direction)
baisser (v) (appareil) lager draaien (v) (appareil)
baisser (v) (niveau) vallen (n) (v) (niveau)
baisser (v) (tomber) verminderen (v) (tomber)
baisser (v) (vitre de voiture) omlaag draaien (v) (vitre de voiture)
baisser (v) (prix) terugschroeven (v) (prix)
baisser (v) (lumière) verdonkeren (n) (v) (lumière)
baisser (v) (température) zakken (n) (v) (température)
baisser (v) (prix) verlagen (v) (prix)
baisser (v) (appareil) lager zetten (v) (appareil)
baisser (v) (niveau) dalen (v) (niveau)
baisser (v) (température) dalen (v) (température)
baisser (v) (vitre de voiture) naar beneden draaien (v) (vitre de voiture)
Baisser exemples10 exemples trouvés
baisser brutalement snel dalen
baisser brutalement vallen
baisser brutalement in elkaar zakken
baisser le prix de afprijzen
faire baisser naar beneden krijgen
faire baisser naar beneden brengen
faire baisser afdingen
faire baisser doen zakken
faire baisser drukken
faire baisser verlagen
Traduire Baisser en d'autres langues
Traduire baisser en Anglais
Traduire baisser en Allemand
Traduire baisser en Italien
Traduire baisser en Espagnol
Traduire baisser en Portugais
Traduire baisser en Slovène
Traduire baisser en Polonais
Traduire baisser en Tchèque