en
es
pt
nl
de
fr
it
sv
pl
cs
lang
db
Augurer
— Français Néerlandais traduction
5 traductions trouvé
augurer
(v)
(présage)
beduiden
(v)
(présage)
aient auguré
aies auguré
augure
beduid
beduidt
beduiden
beduidden
beduidde
augurer
(v)
(avenir)
voorspellen
(n)
(v)
(avenir)
aient auguré
aies auguré
augure
voorspeld
voorspellen
voorspelt
voorspelde
voorspelden
augurer
(v)
(présage)
voorspellen
(n)
(v)
(présage)
aient auguré
aies auguré
augure
voorspeld
voorspellen
voorspelt
voorspelde
voorspelden
augurer
(v)
(présage)
beloven
(v)
(présage)
aient auguré
aies auguré
augure
beloofd
beloven
belooft
beloofde
beloofden
augurer
(v)
(présage)
betekenen
(v)
(présage)
aient auguré
aies auguré
augure
betekend
betekenen
betekent
betekenden
betekende
Traduire
Augurer
en d'autres langues
—
Traduire augurer en Anglais
—
Traduire augurer en Allemand
—
Traduire augurer en Italien
—
Traduire augurer en Espagnol
—
Traduire augurer en Portugais
—
Traduire augurer en Slovène
—
Traduire augurer en Polonais
—
Traduire augurer en Tchèque