Assister — Français Néerlandais traduction4 traductions trouvé

assister (v) (aider)	bijstaan (v) (aider)
aient assisté aies assisté assiste	bijgestaan staat bij staan bij stond bij stonden bij
assister (v) (aider)	helpen (v) (aider)
aient assisté aies assisté assiste	geholpen helpen helpt hielp hielpen
assister (v) (aider)	assisteren (v) (aider)
aient assisté aies assisté assiste	geassisteerd assisteren assisteert assisteerde assisteerden
assister (v) (aider)	bijspringen (v) (aider)
aient assisté aies assisté assiste	bijgesprongen springt bij springen bij sprongen bij sprong bij

Assister exemples8 exemples trouvés

assister en sa capacité officielle	officieel optreden
assister à	getuige zijn van
assister à	bijwonen
assister à	aanwezig zijn bij
assister à	aanwezig zijn
assister à l'office	een eredienst bijwonen
assister à l'office	een mis bijwonen
assister à l'office	naar de kerk gaan

Traduire Assister en d'autres langues

— Traduire assister en Anglais

— Traduire assister en Allemand

— Traduire assister en Italien

— Traduire assister en Espagnol

— Traduire assister en Portugais

— Traduire assister en Slovène

— Traduire assister en Polonais

— Traduire assister en Tchèque

Traducteur en ligne multilingue Choisissez un dictionnaire: Anglais Français Allemand Italien Espagnol Portugais Néerlandais Slovène Polonais Tchèque 2024 langdb.com | Page load 0.0256 s. Conditions d'utilisation Politique de confidentialité Contacts