assigner
(v)
(allouer)
|
adjudiceren
(v)
(allouer)
|
aient assigné
aies assigné
assigne
|
geadjudiceerd
adjudiceren
adjudiceert
adjudiceerden
adjudiceerde
|
assigner
(v)
(allouer)
|
toebedelen
(v)
(allouer)
|
aient assigné
aies assigné
assigne
|
toebedeeld
bedelen toe
bedeelt toe
bedeelden toe
bedeelde toe
|
assigner
(v)
(droit)
|
dagen
(v)
(droit)
|
aient assigné
aies assigné
assigne
|
gedaagd
dagen
daagt
daagden
daagde
|
assigner
(v)
(attribuer)
|
toeschrijven
(v)
(attribuer)
|
aient assigné
aies assigné
assigne
|
toegeschreven
schrijven toe
schrijft toe
schreven toe
schreef toe
|
assigner
(v)
(attribuer)
|
toekennen aan
(v)
(attribuer)
|
assigner
(v)
(attribuer)
|
toebedelen
(v)
(attribuer)
|
aient assigné
aies assigné
assigne
|
toebedeeld
bedelen toe
bedeelt toe
bedeelden toe
bedeelde toe
|
assigner
(v)
(droit)
|
toekennen
(v)
(droit)
|
aient assigné
aies assigné
assigne
|
toegekend
kent toe
kennen toe
kenden toe
kende toe
|
assigner
(v)
(droit)
|
toebedelen
(v)
(droit)
|
aient assigné
aies assigné
assigne
|
toebedeeld
bedelen toe
bedeelt toe
bedeelden toe
bedeelde toe
|
assigner
(v)
(droit)
|
dagvaarden
(v)
(droit)
|
aient assigné
aies assigné
assigne
|
gedagvaard
dagvaardt
dagvaarden
dagvaardden
dagvaardde
|
assigner
(v)
(droit)
|
toekennen aan
(v)
(droit)
|
assigner
(v)
(attribuer)
|
toewijzen
(v)
(attribuer)
|
aient assigné
aies assigné
assigne
|
toegewezen
wijzen toe
wijst toe
wees toe
wezen toe
|
assigner
(v)
(droit)
|
toeschrijven
(v)
(droit)
|
aient assigné
aies assigné
assigne
|
toegeschreven
schrijven toe
schrijft toe
schreven toe
schreef toe
|
assigner
(v)
(droit)
|
adjudiceren
(v)
(droit)
|
aient assigné
aies assigné
assigne
|
geadjudiceerd
adjudiceren
adjudiceert
adjudiceerden
adjudiceerde
|
assigner
(v)
(allouer)
|
toewijzen
(v)
(allouer)
|
aient assigné
aies assigné
assigne
|
toegewezen
wijzen toe
wijst toe
wees toe
wezen toe
|
assigner
(v)
(allouer)
|
toekennen
(v)
(allouer)
|
aient assigné
aies assigné
assigne
|
toegekend
kent toe
kennen toe
kenden toe
kende toe
|
assigner
(v)
(droit)
|
toewijzen
(v)
(droit)
|
aient assigné
aies assigné
assigne
|
toegewezen
wijzen toe
wijst toe
wees toe
wezen toe
|
assigner
(v)
(allouer)
|
toeschrijven
(v)
(allouer)
|
aient assigné
aies assigné
assigne
|
toegeschreven
schrijven toe
schrijft toe
schreven toe
schreef toe
|
assigner
(v)
(attribuer)
|
toekennen
(v)
(attribuer)
|
aient assigné
aies assigné
assigne
|
toegekend
kent toe
kennen toe
kenden toe
kende toe
|
assigner
(v)
(attribuer)
|
adjudiceren
(v)
(attribuer)
|
aient assigné
aies assigné
assigne
|
geadjudiceerd
adjudiceren
adjudiceert
adjudiceerden
adjudiceerde
|
assigner
(v)
(allouer)
|
toekennen aan
(v)
(allouer)
|