Arrêter — Français Néerlandais traduction30 traductions trouvé

arrêter (v) (personne) doen stoppen (v) (personne)
arrêter (v) (personne) tegenhouden (v) (personne)
arrêter (v) (activité) beëindigen (v) (activité)
arrêter (v) (criminel) meenemen (v) (criminel)
arrêter (v) (criminel) arresteren (v) (criminel)
arrêter (v) (terminaison) doen stoppen (v) (terminaison)
arrêter (v) (terminaison) tegenhouden (v) (terminaison)
arrêter (v) (crime) vangen (n) (v) (crime)
arrêter (v) (plans) regelen (v) (plans)
arrêter (v) (activité) ophouden met (v) (activité)
arrêter (v) (terminaison) ophouden (n) (v) (terminaison)
arrêter (v) (activité) ophouden (n) (v) (activité)
arrêter (v) (criminel) gevangennemen (n) (v) (criminel)
arrêter (v) (plans) bedisselen (v) (plans)
arrêter (v) (personne) halt doen houden (v) (personne)
arrêter (v) (terminaison) halt doen houden (v) (terminaison)
arrêter (v) (crime) meenemen (v) (crime)
arrêter (v) (crime) oppakken (v) (crime)
arrêter (v) (machine) uitschakelen (v) (machine)
arrêter (v) (activité) stoppen (n) (v) (activité)
arrêter (v) (criminel) vangen (n) (v) (criminel)
arrêter (v) (plans) afspreken (v) (plans)
arrêter (v) (activité) stoppen met (v) (activité)
arrêter (v) (personne) ophouden (n) (v) (personne)
arrêter (v) (personne) onderscheppen (v) (personne)
arrêter (v) (criminel) oppakken (v) (criminel)
arrêter (v) (criminel) aanhouden (n) (v) (criminel)
arrêter (v) (activité) een eind maken aan (v) (activité)
arrêter (v) (crime) gevangennemen (n) (v) (crime)
arrêter (v) (plans) overeenkomen (n) (v) (plans)
Traduire Arrêter en d'autres langues
Traduire arrêter en Anglais
Traduire arrêter en Allemand
Traduire arrêter en Italien
Traduire arrêter en Espagnol
Traduire arrêter en Portugais
Traduire arrêter en Slovène
Traduire arrêter en Polonais
Traduire arrêter en Tchèque