apporter
(v)
(déclaration)
|
citeren
(v)
(déclaration)
|
aient apporté
aies apporté
apporte
|
geciteerd
citeert
citeren
citeerden
citeerde
|
apporter
(v)
(aider)
|
verschaffen
(n)
(v)
(aider)
|
aient apporté
aies apporté
apporte
|
verschaft
verschaft
verschaffen
verschafte
verschaften
|
apporter
(v)
(satisfaction)
|
geven
(v)
(satisfaction)
|
aient apporté
aies apporté
apporte
|
gegeven
geeft
geven
gaven
gaf
|
apporter
(v)
(aller chercher)
|
brengen
(v)
(aller chercher)
|
aient apporté
aies apporté
apporte
|
gebracht
brengt
brengen
brachten
bracht
|
apporter
(v)
(objets)
|
brengen
(v)
(objets)
|
aient apporté
aies apporté
apporte
|
gebracht
brengt
brengen
brachten
bracht
|
apporter
(v)
(aider)
|
verstrekken
(v)
(aider)
|
aient apporté
aies apporté
apporte
|
verstrekt
verstrekt
verstrekken
verstrekte
verstrekten
|
apporter
(v)
(aller chercher)
|
meebrengen
(v)
(aller chercher)
|
aient apporté
aies apporté
apporte
|
meegebracht
brengt mee
brengen mee
brachten mee
bracht mee
|
apporter
(v)
(objets)
|
meebrengen
(v)
(objets)
|
aient apporté
aies apporté
apporte
|
meegebracht
brengt mee
brengen mee
brachten mee
bracht mee
|
apporter
(v)
(aller chercher)
|
halen
(v)
(aller chercher)
|
aient apporté
aies apporté
apporte
|
gehaald
halen
haalt
haalde
haalden
|
apporter
(v)
(déclaration)
|
aanhalen
(v)
(déclaration)
|
aient apporté
aies apporté
apporte
|
aangehaald
halen aan
haalt aan
haalde aan
haalden aan
|
apporter
(v)
(satisfaction)
|
brengen
(v)
(satisfaction)
|
aient apporté
aies apporté
apporte
|
gebracht
brengt
brengen
brachten
bracht
|
apporter
(v)
(déclaration)
|
aanvoeren
(v)
(déclaration)
|
aient apporté
aies apporté
apporte
|
aangevoerd
voert aan
voeren aan
voerden aan
voerde aan
|