Amener — Français Néerlandais traduction11 traductions trouvé

amener (v) (causer) met zich meebrengen (v) (causer)
amener (v) (causer) voortbrengen (v) (causer)
amener (v) (causer) teweegbrengen (v) (causer)
amener (v) (contribuer) bevorderen (v) (contribuer)
amener (v) (filet de pêche) binnenhalen (v) (filet de pêche)
amener (v) (contribuer) leiden tot (v) (contribuer)
amener (v) (contribuer) bijdragen tot (v) (contribuer)
amener (v) (personne) brengen (v) (personne)
amener (v) (causer) bewerkstelligen (v) (causer)
amener (v) (causer) veroorzaken (v) (causer)
amener (v) (personne) meebrengen (v) (personne)
Amener exemples14 exemples trouvés
amener quelqu'un devant les tribunaux iemand zijn gerechte straf doen ondergaan
amener quelqu'un devant les tribunaux iemand voor het gerecht brengen
amener quelqu'un devant les tribunaux iemand voor de rechtbank slepen
amener quelqu'un devant les tribunaux iemand voor de rechtbank dagen
amener quelqu'un par ruse à door een list krijgen tot
amener quelqu'un par ruse à luizen in
amener quelque chose avec à-propos erbij halen
amener quelque chose avec à-propos op de proppen komen met
amener à overhalen te doen
amener à overreden tot
amener à door redenering overtuigen om
amener à overreden
amener à overhalen
amener à ompraten
Traduire Amener en d'autres langues
Traduire amener en Anglais
Traduire amener en Allemand
Traduire amener en Italien
Traduire amener en Espagnol
Traduire amener en Portugais
Traduire amener en Slovène
Traduire amener en Polonais
Traduire amener en Tchèque