Ajouter — Français Néerlandais traduction15 traductions trouvé

ajouter (v) (général) vervolledigen (v) (général)
ajouter (v) (général) bijvoegen (v) (général)
ajouter (v) (grandeur) toevoegen (v) (grandeur)
ajouter (v) (grandeur) eraan toevoegen (v) (grandeur)
ajouter (v) (général) aanvullen (n) (v) (général)
ajouter (v) (général) toevoegen (v) (général)
ajouter (v) (écriture) toevoegen (v) (écriture)
ajouter (v) (conversation) eraan toevoegen (v) (conversation)
ajouter (v) (liquide) bijvullen (v) (liquide)
ajouter (v) (écriture) bijvoegen (v) (écriture)
ajouter (v) (conversation) bijvoegen (v) (conversation)
ajouter (v) (donner) gratis toevoegen (v) (donner)
ajouter (v) (donner) erbij voegen (v) (donner)
ajouter (v) (grandeur) bijvoegen (v) (grandeur)
ajouter (v) (conversation) toevoegen (v) (conversation)
Ajouter exemples5 exemples trouvés
ajouter des condiments à smaak geven aan
ajouter des condiments à kruiden
ajouter foi à geloof hechten aan
ajouter foi à vertrouwen hebben in
ajouter foi à geloven in
Traduire Ajouter en d'autres langues
Traduire ajouter en Anglais
Traduire ajouter en Allemand
Traduire ajouter en Italien
Traduire ajouter en Espagnol
Traduire ajouter en Portugais
Traduire ajouter en Slovène
Traduire ajouter en Polonais
Traduire ajouter en Tchèque