Agir — traduction Français Néerlandais. Traduire Agir en Néerlandais

agir (v) (faire)	optreden (n) (v) (faire)
aient agi aies agi agis	opgetreden treedt op treden op trad op traden op
agir (v) (faire)	handelen (v) (faire)
aient agi aies agi agis	gehandeld handelt handelen handelden handelde
agir (v) (faire)	doen (v) (faire)
aient agi aies agi agis	gedaan doet doen deed deden

Agir exemples45 exemples trouvés

agir auparavant	vooruit
agir auparavant	op voorhand
agir auparavant	vooraf
agir auparavant	van tevoren
agir auparavant	bij voorbaat
agir auparavant	handelen voor
agir en médiateur	tussenbeide komen
agir en médiateur	bemiddelen
agir en médiateur	tussenbeide komen
agir en médiateur	bemiddelen
agir en médiateur	als bemiddelaar optreden
agir en médiateur	arbitreren
agir en médiateur	arbitreren
agir en médiateur	als bemiddelaar optreden
agir en médiateur	als scheidsrechter optreden
agir en médiateur	als scheidsrechter optreden
agir en se vantant	opschepperig doen
agir en se vantant	protserig doen
agir en se vantant	zich dikdoenerig gedragen
agir en se vantant	zich blufferig gedragen
agir maladroitement	stuntelen
agir maladroitement	stumperen
agir maladroitement	klunzen
agir maladroitement	klungelen
agir réciproquement	betrekking hebben
agir réciproquement	verband houden
agir réciproquement	in verband staan
agir sur	verzwakken
agir sur	schaden
agir sur	aantasten
agir à la hâte	iets overijld doen
agir à la hâte	ondoordacht handelen
capacité d'agir	macht om op te treden
inciter à agir	aanzetten tot aktie
inciter à agir	aanzetten tot aktie
inciter à agir	tot actie aanzetten
inciter à agir	tot actie aanzetten
pousser à agir	aanzetten tot aktie
réagir	reageren
réagir	reageren
réagir	reageren
réagir contre	reageren op
réagir de manière exagérée	te sterk reageren
réagir de manière excessive	te sterk reageren
réagir réciproquement	op elkaar inwerken

Traduire Agir en d'autres langues

Agir — Français Néerlandais traduction3 traductions trouvé