Accumuler — Français Néerlandais traduction27 traductions trouvé

accumuler (v) (gens) accumuleren (v) (gens)
accumuler (v) (provision) accumuleren (v) (provision)
accumuler (v) (gens) samenkomen (v) (gens)
accumuler (v) (assembler) samenbrengen (v) (assembler)
accumuler (v) (assembler) samenkomen (v) (assembler)
accumuler (v) (amasser) opstapelen (v) (amasser)
accumuler (v) (amasser) zich verzamelen (v) (amasser)
accumuler (v) (gens) opstapelen (v) (gens)
accumuler (v) (provision) verzamelen (v) (provision)
accumuler (v) (gens) zich verzamelen (v) (gens)
accumuler (v) (assembler) verzamelen (v) (assembler)
accumuler (v) (assembler) zich verzamelen (v) (assembler)
accumuler (v) (amasser) verzamelen (v) (amasser)
accumuler (v) (provision) voorraden aanleggen van (v) (provision)
accumuler (v) (gens) samenbrengen (v) (gens)
accumuler (v) (assembler) opstapelen (v) (assembler)
accumuler (v) (amasser) accumuleren (v) (amasser)
accumuler (v) (assembler) bijeenkomen (v) (assembler)
accumuler (v) (amasser) bijeenkomen (v) (amasser)
accumuler (v) (amasser) samenbrengen (v) (amasser)
accumuler (v) (amasser) voorraden aanleggen van (v) (amasser)
accumuler (v) (gens) bijeenkomen (v) (gens)
accumuler (v) (gens) verzamelen (v) (gens)
accumuler (v) (assembler) accumuleren (v) (assembler)
accumuler (v) (provision) opstapelen (v) (provision)
accumuler (v) (provision) hamsteren (v) (provision)
accumuler (v) (amasser) samenkomen (v) (amasser)
Accumuler exemples3 exemples trouvés
s'accumuler toenemen
s'accumuler zich opstapelen
s'accumuler aangroeien
Traduire Accumuler en d'autres langues
Traduire accumuler en Anglais
Traduire accumuler en Allemand
Traduire accumuler en Italien
Traduire accumuler en Espagnol
Traduire accumuler en Portugais
Traduire accumuler en Slovène
Traduire accumuler en Polonais
Traduire accumuler en Tchèque