Accepter — Français Néerlandais traduction15 traductions trouvé

accepter (v) (général) het eens zijn (v) (général)
accepter (v) (croire) aanvaarden (v) (croire)
accepter (v) (admettre) aannemen (v) (admettre)
accepter (v) (admettre) accepteren (v) (admettre)
accepter (v) (général) instemmen (v) (général)
accepter (v) (croire) aannemen (v) (croire)
accepter (v) (recevoir) accepteren (v) (recevoir)
accepter (v) (général) akkoord gaan (v) (général)
accepter (v) (recevoir) geloven (v) (recevoir)
accepter (v) (croire) geloven (v) (croire)
accepter (v) (recevoir) aanvaarden (v) (recevoir)
accepter (v) (droit) aanvaarden (v) (droit)
accepter (v) (croire) accepteren (v) (croire)
accepter (v) (recevoir) aannemen (v) (recevoir)
accepter (v) (admettre) aanvaarden (v) (admettre)
Accepter exemples7 exemples trouvés
accepter la responsibilité de verantwoordelijk zijn voor
accepter la responsibilité de instaan voor
faire accepter doorzetten
faire accepter doordrijven
impossible à accepter ongelooflijk
refuser d'accepter moins que er alles op zetten om te krijgen
trouver une excuse pour ne pas accepter afwimpelen
Traduire Accepter en d'autres langues
Traduire accepter en Anglais
Traduire accepter en Allemand
Traduire accepter en Italien
Traduire accepter en Espagnol
Traduire accepter en Portugais
Traduire accepter en Slovène
Traduire accepter en Polonais
Traduire accepter en Tchèque