Aborder — traduction Français Néerlandais. Traduire Aborder en Néerlandais

aborder (v) (sujet)	aanraken (v) (sujet)
aient abordé aies abordé aborde	aangeraakt raakt aan raken aan raakte aan raakten aan
aborder (v) (sujet)	aansnijden (v) (sujet)
aient abordé aies abordé aborde	aangesneden snijdt aan snijden aan sneed aan sneden aan
aborder (v) (nautique)	meren (v) (nautique)
aient abordé aies abordé aborde	gemeerd meert meren meerde meerden
aborder (v) (nautique)	aanvaren (v) (nautique)
aient abordé aies abordé aborde	aangevaren varen aan vaart aan voer aan voeren aan
aborder (v) (nautique)	aanmeren (v) (nautique)
aient abordé aies abordé aborde	aangemeerd meren aan meert aan meerden aan meerde aan
aborder (v) (nautique)	afmeren (v) (nautique)
aient abordé aies abordé aborde	afgemeerd meren af meert af meerde af meerden af
aborder (v) (sujet)	ter sprake brengen (v) (sujet)
aborder (v) (général)	lastig vallen (v) (général)
aborder (v) (général)	aanklampen (v) (général)
aient abordé aies abordé aborde	aangeklampt klampen aan klampt aan klampte aan klampten aan
aborder (v) (sujet)	naar voren brengen (v) (sujet)
aborder (v) (problème)	aanpakken (v) (problème)
aient abordé aies abordé aborde	aangepakt pakt aan pakken aan pakten aan pakte aan

Traduire Aborder en d'autres langues

Aborder — Français Néerlandais traduction11 traductions trouvé