Abandonner — Français Néerlandais traduction127 traductions trouvé

abandonner (v) (revendication) in de steek laten (n) (v) (revendication)
abandonner (v) (droit) dumpen (v) (droit)
abandonner (v) (règle) afstand doen (v) (règle)
abandonner (v) (revendication) afstaan (v) (revendication)
abandonner (v) (droit) afstaan (v) (droit)
abandonner (v) (droit) in de steek laten (n) (v) (droit)
abandonner (v) (cesser) afstand doen van (v) (cesser)
abandonner (v) (règle) afstaan (v) (règle)
abandonner (v) (projet) afstand doen (v) (projet)
abandonner (v) (activité) er de brui aan geven (v) (activité)
abandonner (v) (délaisser) afstand doen van (v) (délaisser)
abandonner (v) (activité) verlaten (n) (v) (activité)
abandonner (v) (projet) dumpen (v) (projet)
abandonner (v) (droit) afhaken (v) (droit)
abandonner (v) (trahir) ontrouw zijn (v) (trahir)
abandonner (v) (revendication) afstand doen (v) (revendication)
abandonner (v) (revendication) er de brui aan geven (v) (revendication)
abandonner (v) (délaisser) weggaan van (v) (délaisser)
abandonner (v) (délaisser) afstand doen (v) (délaisser)
abandonner (v) (délaisser) laten varen (v) (délaisser)
abandonner (v) (projet) afstand doen van (v) (projet)
abandonner (v) (projet) verlaten (n) (v) (projet)
abandonner (v) (idée) afstand doen van (v) (idée)
abandonner (v) (règle) afhaken (v) (règle)
abandonner (v) (activité) afstand doen (v) (activité)
abandonner (v) (cesser) er de brui aan geven (v) (cesser)
abandonner (v) (droit) naar de schroothoop verwijzen (v) (droit)
abandonner (v) (cesser) achterlaten (v) (cesser)
abandonner (v) (idée) dumpen (v) (idée)
abandonner (v) (revendication) laten varen (v) (revendication)
abandonner (v) (délaisser) achterlaten (v) (délaisser)
abandonner (v) (droit) afstand doen (v) (droit)
abandonner (v) (délaisser) naar de schroothoop verwijzen (v) (délaisser)
abandonner (v) (activité) achterlaten (v) (activité)
abandonner (v) (activité) ermee ophouden (v) (activité)
abandonner (v) (idée) opgeven (n) (v) (idée)
abandonner (v) (cesser) laten varen (v) (cesser)
abandonner (v) (projet) naar de schroothoop verwijzen (v) (projet)
abandonner (v) (relation) weggaan van (v) (relation)
abandonner (v) (cesser) afzien van (v) (cesser)
abandonner (v) (revendication) verzaken aan (v) (revendication)
abandonner (v) (droit) achterlaten (v) (droit)
abandonner (v) (activité) verzaken aan (v) (activité)
abandonner (v) (règle) opgeven (n) (v) (règle)
abandonner (v) (projet) afzien van (v) (projet)
abandonner (v) (idée) er de brui aan geven (v) (idée)
abandonner (v) (délaisser) afstaan (v) (délaisser)
abandonner (v) (idée) in de steek laten (n) (v) (idée)
abandonner (v) (activité) dumpen (v) (activité)
abandonner (v) (projet) laten varen (v) (projet)
abandonner (v) (trahir) in de steek laten (n) (v) (trahir)
abandonner (v) (revendication) afzien van (v) (revendication)
abandonner (v) (droit) ermee ophouden (v) (droit)
abandonner (v) (relation) in de steek laten (n) (v) (relation)
abandonner (v) (délaisser) opgeven (n) (v) (délaisser)
abandonner (v) (revendication) achterlaten (v) (revendication)
abandonner (v) (projet) in de steek laten (n) (v) (projet)
abandonner (v) (cesser) afstaan (v) (cesser)
abandonner (v) (règle) laten varen (v) (règle)
abandonner (v) (projet) afstaan (v) (projet)
abandonner (v) (activité) opgeven (n) (v) (activité)
abandonner (v) (activité) afhaken (v) (activité)
abandonner (v) (revendication) dumpen (v) (revendication)
abandonner (v) (production) stopzetten (v) (production)
abandonner (v) (activité) afstaan (v) (activité)
abandonner (v) (délaisser) er de brui aan geven (v) (délaisser)
abandonner (v) (cesser) verlaten (n) (v) (cesser)
abandonner (v) (revendication) opgeven (n) (v) (revendication)
abandonner (v) (cesser) dumpen (v) (cesser)
abandonner (v) (droit) laten varen (v) (droit)
abandonner (v) (délaisser) verlaten (n) (v) (délaisser)
abandonner (v) (idée) afzien van (v) (idée)
abandonner (v) (idée) afhaken (v) (idée)
abandonner (v) (revendication) ermee ophouden (v) (revendication)
abandonner (v) (animaux) verjagen (v) (animaux)
abandonner (v) (cesser) afstand doen (v) (cesser)
abandonner (v) (droit) afstand doen van (v) (droit)
abandonner (v) (droit) verlaten (n) (v) (droit)
abandonner (v) (activité) afstand doen van (v) (activité)
abandonner (v) (règle) afstand doen van (v) (règle)
abandonner (v) (projet) opgeven (n) (v) (projet)
abandonner (v) (cesser) ermee ophouden (v) (cesser)
abandonner (v) (délaisser) verzaken aan (v) (délaisser)
abandonner (v) (idée) verlaten (n) (v) (idée)
abandonner (v) (idée) naar de schroothoop verwijzen (v) (idée)
abandonner (v) (activité) laten varen (v) (activité)
abandonner (v) (trahir) verraden (v) (trahir)
abandonner (v) (droit) opgeven (n) (v) (droit)
abandonner (v) (projet) ermee ophouden (v) (projet)
abandonner (v) (relation) achterlaten (v) (relation)
abandonner (v) (délaisser) afzien van (v) (délaisser)
abandonner (v) (délaisser) afhaken (v) (délaisser)
abandonner (v) (revendication) verlaten (n) (v) (revendication)
abandonner (v) (idée) verzaken aan (v) (idée)
abandonner (v) (règle) afzien van (v) (règle)
abandonner (v) (revendication) afstand doen van (v) (revendication)
abandonner (v) (idée) afstand doen (v) (idée)
abandonner (v) (idée) laten varen (v) (idée)
abandonner (v) (cesser) verzaken aan (v) (cesser)
abandonner (v) (animaux) verstoten (v) (animaux)
abandonner (v) (projet) verzaken aan (v) (projet)
abandonner (v) (idée) ermee ophouden (v) (idée)
abandonner (v) (idée) achterlaten (v) (idée)
abandonner (v) (activité) naar de schroothoop verwijzen (v) (activité)
abandonner (v) (revendication) afhaken (v) (revendication)
abandonner (v) (délaisser) in de steek laten (n) (v) (délaisser)
abandonner (v) (politique) overlopen (v) (politique)
abandonner (v) (délaisser) dumpen (v) (délaisser)
abandonner (v) (relation) verlaten (n) (v) (relation)
abandonner (v) (cesser) opgeven (n) (v) (cesser)
abandonner (v) (cesser) afhaken (v) (cesser)
abandonner (v) (droit) verzaken aan (v) (droit)
abandonner (v) (projet) achterlaten (v) (projet)
abandonner (v) (idée) afstaan (v) (idée)
abandonner (v) (règle) verzaken aan (v) (règle)
abandonner (v) (activité) afzien van (v) (activité)
abandonner (v) (délaisser) ermee ophouden (v) (délaisser)
abandonner (v) (revendication) naar de schroothoop verwijzen (v) (revendication)
abandonner (v) (cesser) in de steek laten (n) (v) (cesser)
abandonner (v) (cesser) naar de schroothoop verwijzen (v) (cesser)
abandonner (v) (projet) afhaken (v) (projet)
abandonner (v) (trahir) verraad plegen tegenover (v) (trahir)
abandonner (v) (droit) afzien van (v) (droit)
abandonner (v) (droit) er de brui aan geven (v) (droit)
abandonner (v) (activité) in de steek laten (n) (v) (activité)
abandonner (v) (projet) er de brui aan geven (v) (projet)
abandonner (v) (politique) afvallig worden (v) (politique)
Abandonner exemples7 exemples trouvés
abandonner ses études opgeven
abandonner ses études zijn studie niet afmaken
abandonner ses études afhaken
ne pas abandonner blijven steunen
ne pas abandonner trouw blijven
ne pas abandonner doorwerken aan
s'abandonner à toegeven aan
Traduire Abandonner en d'autres langues
Traduire abandonner en Anglais
Traduire abandonner en Allemand
Traduire abandonner en Italien
Traduire abandonner en Espagnol
Traduire abandonner en Portugais
Traduire abandonner en Slovène
Traduire abandonner en Polonais
Traduire abandonner en Tchèque