Marche — Français Néerlandais traduction10 traductions trouvé

marché (m) (n) (négociation) afspraak (m) (n) (négociation)
marché (m) (n) (général) markt (m) (n) (général)
marché (m) (n) (négociation) arrangement (n) (n) (négociation)
marché (m) (n) (négociation) schikking (f) (n) (négociation)
marché (m) (n) (commerce) zaak (m) (n) (commerce)
marché (m) (n) (négociation) regeling (f) (n) (négociation)
marché (m) (n) (négociation) overeenkomst (f) (n) (négociation)
marché (m) (n) (commerce) transactie (f) (n) (commerce)
marché (m) (n) (négociation) akkoord (n) (n) (négociation)
marché (m) (n) (commerce) markt (m) (n) (commerce)
Marche exemples30 exemples trouvés
en marche arrière achteruit
en marche arrière terug
en marche arrière achterover
en marche arrière rugwaarts
en marche arrière ruggelings
en marche arrière achterwaarts
en état de marche geschikt voor het verkeer
en état de marche werkend
en état de marche functionerend
mettre en marche aanzetten
mettre en marche inschakelen
mettre en marche doen werken
mettre en marche op gang brengen
mettre en marche activeren
démarche stap
démarche pas
démarche tred
démarche gang
démarche indolente schuifelgang
démarche traînante schuifelgang
en marche op gang
en marche aan de gang
en marche gaande
faire marche arrière zich terugtrekken
faire marche arrière terugtreden
faire marche arrière achteruitgaan
faire marche arrière op z'n schreden terugtreden
faire marche arrière achteruitrijden
feu de marche arrière achteruitrijlamp
marche arrière achteruit
Traduire Marche en d'autres langues
Traduire marche en Anglais
Traduire marche en Allemand
Traduire marche en Italien
Traduire marche en Espagnol
Traduire marche en Portugais
Traduire marche en Slovène
Traduire marche en Polonais
Traduire marche en Tchèque